‘Geschiedenisonderwijs moet genocide in Srebrenica meer behandelen’

Volgens historicus Marc van Berkel wordt tijdens geschiedenislessen in het primair en voortgezet onderwijs de genocide in Srebrenica te weinig behandeld. Dit meldt de NOS.

Het is bijna 25 jaar geleden dat de genocide plaatsvond. Volgens van Berkel is het de grootste oorlogsmisdaad in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Op 11 juli 1995 vielen Bosnische Serviërs Srebrenica binnen en vermoordden daar duizenden moslimmannen, die dachten dat ze veilig waren onder de hoede van de Verenigde Naties. 
 
De afgelopen maanden bestudeerde Van Berkel lesmateriaal in het geschiedenisonderwijs van zowel het primair als voortgezet onderwijs. Hij concludeert dat met name de rol van de Nederlandse militairen, Duchtbat, in Srebrencia wordt aangehaald. Volgens hem is dat eenzijdig en zou er meer aandacht moeten zijn voor de slachtoffers van de genocide en hun nabestaanden. 
 
Ook de nasleep van de val van de enclave wordt volgens Van Berkel weinig toegelicht. “Wat er toen gebeurd is, is nog steeds van belang bij het afwegen van deelname aan nieuwe vredesmissies. In de geschiedenislessen kun je vergelijkingen maken met andere vredesmissies. Dat is belangrijk voor de bewustwording van jongeren in de klas.”
 
Door: Nationale Onderwijsgids