Op 38 procent van de middelbare scholen die werken aan inclusiever onderwijs is het aantal verwijzingen naar gespecialiseerd onderwijs afgenomen. Bij 44 procent is dat ongeveer gelijk gebleven en bij 12 procent is dat toegenomen. Dat blijkt uit onderzoek van het Platform van Inclusiever Onderwijs. Dit meldt VOS/ABB.
Bijna de helft van de scholen (48 procent) wil de komende vier jaar het aantal leerlingen die speciale onderwijszorg nodig hebben juist uitbreiden en niet doorverwijzen naar gespecialiseerd onderwijs.
Verbetering randvoorwaarden
Van de groep scholen die meer leerlingen met speciale onderwijszorg wil opvangen, geeft 60 procent aan dat een aantal randvoorwaarden dan wel eerst verbeterd moeten worden. De belangrijkste voorwaarden zijn naar de middelen voor ondersteuning voor leraren en leerlingen, de balans en draagkracht/draaglast van het schoolteam en de deskundigheid/expertise van de docenten. Ook de toegangelijkheid/geschiktheid van het gebouw is belangrijk.
Motivatie
Uit het onderzoek blijkt verder dat dé motivatie achter inclusiever onderwijs bij middelbare scholen komt van binnen en nauwelijks van buiten. De helft tot twee derde (52 procent tot 68 procent) van de scholen noemt de missie en visie van bestuur en team, de toegenomen expertise van leerkrachten, het terugdringen van thuiszitten en het verhogen van de participatie van leerlingen als belangrijkste motieven.
Speelt geen rol
Andere redenen zoals het opheffen of ontbreken van het voortgezet speciaal onderwijs of praktijkonderwijs in de regio speelt bij 68 procent tot 90 procent van de middelbare scholen geen of nauwelijks een rol in het opnemenen van leerlingen die speciale onderwijszorg nodig hebben.
Door: Nationale Onderwijsgids