In 2021 voldeed 47 procent van de Nederlandse bevolking van 4 jaar of ouder aan de Beweegrichtlijnen. Kinderen van 4 tot en met 11 jaar voldoen het vaakst aan de richtlijnen, jongeren tussen 12 en 17 blijven juist achter. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.
De Beweegrichtlijnen, opgesteld door de Gezondheidsraad, houden in dat volwassenen elke week ten minste 2,5 uur matig of zwaar intensief bewegen, zoals wandelen en fietsen, verdeeld over meerdere dagen. Voor kinderen is dat elke dag minstens een uur. Voor beide groepen worden spier- en botversterkende activiteiten aanbevolen.
Beweegactiviteiten
In dit onderzoek keken onderzoekers voor het eerst naar welke beweegactiviteiten voor verschillende groepen het belangrijkst zijn voor het voldoen aan de Beweegrichtlijnen. Over het algemeen zijn dit wandelen in de vrije tijd, sporten en fietsen in de vrije tijd. Voor kinderen is dit anders. Bij hen gaat het vooral om buitenspelen op school en in de vrije tijd en sporten. Bij jongeren zijn dit sporten, fietsen naar school of werk en gymles op school.
Groepen die minder bewegen waren mensen met een lager opleidingsniveau of huishoudinkomen, mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, mensen met een langdurige aandoening en lichamelijke beperking en mensen met overgewicht.
Onderzoek lastiger vanwege coronavirus
Om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, kreeg de Nederlandse bevolking in een deel van 2021 te maken met beperkende maatregelen. Dit maakte het onderzoek soms moeilijker. Zo was het afnemen van interviews via een thuisbezoek minder goed mogelijk bij groepen die moeilijk te benaderen zijn. Deze groepen bewegen over het algemeen minder. Hoewel hier in de berekeningen van de cijfers rekening mee is gehouden, vallen de cijfers dus mogelijk alsnog gunstiger uit dan ze werkelijk zijn.
Door: Nationale Onderwijsgids