Leerlingen in de vierde klas van de middelbare school zijn in hoge mate gehecht aan de democratie en vierdeklassers lijkt het leuker in de politiek te gaan werken dan derdeklassers. Wel bestaan er grote verschillen tussen opleidingstypes (vwo, havo en vmbo) onder vierdeklassers, die al ontstaan in het eerste jaar. Dat meldt de Universiteit van Amsterdam.
De conclusies komen voort uit Adolescentenpanel Democratische Kernwaarden en Schoolloopbanen (ADKS) van de UvA. Het is de vierde rapportage van het panel, dat meerjarig onderzoek doet naar ontwikkeling van opvattingen van jongeren in het voortgezet onderwijs. Het rapport volgt op drie eerdere rapporten (2019,2021,2022) en is een bijzondere editie, omdat dit het laatste jaar is waarin alle opleidingstypes vergeleken kunnen worden. Vmbo’ers doen in het vierde jaar examen. Daarnaast is het onderzoek dit jaar extra relevant omdat zichtbaar wordt of trends die zichtbaar werden in het derde jaar, ook in het vierde jaar doorzetten, of een gevolg waren van de Tweede Kamerverkiezingen en de pandemie.
Vertegenwoordigende democratie
Leerlingen uit jaar 4 vinden het net zo belangrijk om in een democratie te leven als in jaar 3. De vertegenwoordigende democratie is nog altijd de populairste bestuursvorm. Ook lijkt het jongeren leuker om in de politiek te gaan werken. Het politiek zelfvertrouwen blijft constant. Daarnaast praten jongeren meer over politiek en samenleving met ouders, leerkrachten en vrienden dan in eerdere jaren.
Vertrouwen in politici
Alleen het eerder gestegen voornemen om later te gaan stemmen, daalde terug tot het niveau van jaar 2. Ook het vertrouwen in ambtsdragers is lager dan in jaar 1 en 2. Het vertrouwen in politici daalt zelfs verder. Het vertrouwen van jongeren dat politici luisteren naar mensen zoals zij en hun ouders is wat gestegen, maar nog steeds veel lager dan in de eerste twee jaren.
Nadruk op het individu
De onderzoekers zien dat jongeren in jaar 4 nog wat meer de nadruk leggen op het individu in plaats van op de gemeenschap: meer privacy boven veiligheid, meer vrijheid van meningsuiting boven anderen niet kwetsen, of meer je eigen zin krijgen boven je aan de wet houden. Wel onderstrepen de onderzoekers dat deze trend begrepen moet worden tegen de achtergrond dat jongeren veelal geen uitgesproken posities innemen.
Verschillen tussen vwo, havo en vmbo-leerlingen
Er is een aanhoudend verschil tussen groepen leerlingen. De grote verschillen tussen vwo, havo en vmbo-leerlingen blijven het belangrijkste groepsverschil. Die verschillen ontstaan al in het eerste jaar. Vwo-leerlingen zijn het meest gehecht aan de democratie, hebben het meeste politiek vertrouwen en zelfvertrouwen, hebben de grootste neiging te gaan stemmen, en hebben de meeste politieke ambitie. Jongeren op het vmbo scoren op al deze kenmerken in vergelijking een stuk lager.
De verschillen kunnen niet goed toegewezen worden aan de school. Ze kunnen voor een deel in stand gehouden worden door het vriendennetwerk van jongeren: het grootste deel van de beste vrienden komt uit dezelfde klas. Ook geven jongeren aan grotendeels dezelfde mening te hebben over politiek en maatschappij als hun vrienden.
Door: Nationale Onderwijsgids