Kleuters met een vorm van autisme gaan met sprongen vooruit in hun sociale vaardigheden en taalontwikkeling als ze geregeld spelen en leren met kinderen die zich 'normaal' ontwikkelen. Uit onderzoek van de Kansas University blijkt dat contact met andere kinderen meer effect heeft dan andere reguliere ontwikkelprogramma's voor kinderen met autisme. Dit meldt Vakblad Vroeg.
Aan het onderzoek deden 56 kleuters met autisme mee die in sociale spelgroepjes werden gekoppeld aan twee of drie klasgenootjes zonder autisme. De onderzoekers observeerden dat de autistische kinderen in deze spelgroepjes meer vorderingen maakten dan de kinderen uit een controlegroep die een regulier programma volgden. De kinderen uit de spelgroepjes gingen aanzienlijk meer sociale interacties aan met hun leeftijdsgenootjes en werden ook beter in taal en het houden van gesprekjes. Ook hun sociale vaardigheden en gedrag in de klas gingen erop vooruit.
De spelgroepjes werden begeleid door onderwijzers, logopedisten en klassen-assistenten die een training hadden gehad in zogeheten Peer Networks Intervention strategieën. De begeleiders introduceerden telkens een nieuw concept in de groep, bijvoorbeeld 'delen' of 'iets vragen', waarna ze de kinderen zonder autisme vroegen hun autistische groepsgenootje te helpen tijdens spelletjes om het concept te leren. De onderzoekers hebben een reeks kindvriendelijke filmpjes gemaakt die 'gewone' kinderen laten zien hoe ze met autistische leeftijdsgenootjes kunnen omgaan. Een van de filmpjes staat hier online.
Volgens de onderzoekers is de toegepaste interventiestrategie vrij eenvoudig aan te leren en toe te passen in het onderwijs. Wel waarschuwt de organisatie Autism Speaks dat de resultaten niet representatief zijn voor alle kinderen met autisme. Aan het onderzoek namen alleen kinderen met autisme deel met een redelijk ontwikkeld taalniveau.
© Nationale Onderwijsgids