Sporters met een beperking hebben een verhoogd risico om seksueel, fysiek en emotioneel grensoverschrijdend gedrag mee te maken. Dat blijkt uit het rapport Grensoverschrijdend gedrag in de sport bij mensen met een beperking. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht en het Mulier Instituut externe link deden in opdracht van Gehandicaptensport Nederland externe link kwalitatief onderzoek onder diverse betrokkenen op sportclubs. Zij adviseren onder andere: een structurele discussie over de rol van trainers te voeren, de weerbaarheid van sporters met een beperking te vergroten en verder, vergelijkend onderzoek te doen. Dat meldt de Universiteit Utrecht.
De belangrijke risicofactoren voor grensoverschrijdend gedrag voor sporters met een beperking, zijn:
* grote(re) afhankelijkheid van zorg en ondersteuning;
* opvattingen van anderen over sporters met een beperking;
* sociale machteloosheid;
* gewend zijn om te willen voldoen aan eisen en verzoeken van anderen.
Verklaring Omtrent het Gedrag
Ongeveer de helft van alle Nederlandse sportverenigingen heeft in 2021 een vertrouwenspersoon. Twee vijfde stelt een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht voor bestuursleden, trainers en coaches. Ruim een derde heeft gedragsregels om seksueel grensoverschrijdend gedrag op de vereniging tegen te gaan.
Sportverenigingen met één of meer leden met een beperking en/of chronische aandoening hebben deze minimale basiseisen vaker op orde dan verenigingen zonder leden met een beperking. Onduidelijk is of dit komt doordat deze sportverenigingen leden met een beperking hebben of door andere factoren, zoals de omvang van de vereniging.
Sociale omgeving
Met name de sociale omgeving kan voor sporters met een beperking onveilig aanvoelen. Denk aan intimiderend of autoritair gedrag van een trainer, zogenaamde grappen van medesporters of een scheidsrechter die zich te amicaal uitdrukt tegen een sporter.
Medesporters, trainers, bestuurders en ouders kunnen allemaal een rol hebben bij het veroorzaken van en reageren op onveilig of grensoverschrijdend gedrag. Ze kunnen:
* de ontstane situatie verergeren, bijvoorbeeld als een trainer niet ingrijpt wanneer deze onderling pestgedrag signaleert;
* vormen van grensoverschrijdend gedrag signaleren, aanpakken en bespreekbaar maken met de belangrijkste betrokkenen;
* bijdragen aan een veilige sfeer, waardoor onveilige situaties worden voorkomen.
Aanbevelingen
De onderzoekers doen ook aanbevelingen voor Gehandicaptensport Nederland, sportclubs en sportbonden:
* Voer op de sportclub structureel discussie over de rol van de trainer bij het creëren van veiligheid en de aanpak van grensoverschrijdend gedrag.
* Versterk de positie van sporters met een beperking en maak ze weerbaarder.
* Zet vergelijkend onderzoek op naar de rol van betrokkenen bij grensoverschrijdend gedrag in de sport bij mensen met en mensen zonder beperking.
Door: Nationale Onderwijsgids