DEN HAAG (Novum) - Minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA) laat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) nader onderzoek doen naar de gedragseffecten van de invoering van het sociaal leenstelsel. Dat zei Bussemaker woensdag tijdens het debat in de Tweede Kamer over het leenstelsel.
Het SCP heeft al een aantal gedragseffecten in kaart gebracht, maar een aantal 'cruciale punten' zat daar niet in. Dan gaat het bijvoorbeeld over de aanvullende beurs, die blijft bestaan. Ook de gevolgen van het afschaffen van de ov-studentenkaart ten faveure van een kortingskaart is nog niet onderzocht, net als de verschillende varianten van de terugbetalingsregeling.
Bussemaker vraagt nu het SCP om antwoord te geven op deze 'aanvullende vragen'. Dat instituut is daartoe beter in staat dan het Centraal Planbureau, dat volgens de minister vooral met economische modellen rekent.
In de Tweede Kamer leven grote zorgen over de toegankelijkheid van het onderwijs. Die komt in het geding wanneer studenten moeten gaan lenen, vrezen verschillende fracties. Bussemaker probeerde de zorgen weg te nemen. Zij wees erop dat de aanvullende beurs blijft en dat de studieschuld naar draagkracht moet worden terugbetaald. Niettemin is het een punt om goed in de gaten te houden.
Bussemaker verdedigde verder haar plannen. "Als je investeert in je onderwijs, dan krijg je daar heel veel voor terug." Het nieuwe stelsel is 'beter en socialer' dan het nu is geregeld. De minister zei verder dat het mogelijk is om de afbetalingstermijn van vijftien jaar op te rekken. Wel betekent het dat studenten langer met een schuld blijven zitten en de kans op kwijtschelding lager is, zei de minister. De overheid scheldt de schuld nu na vijftien jaar kwijt.
De bewindsvrouw is voor een meerderheid in de Eerste Kamer afhankelijk van de steun van onder meer GroenLinks en D66. Die toonden zich nog uitermate kritisch en pleitten voor extra investeringen in het onderwijs. PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis liet nog weten hiervoor 'open' te staan, maar Bussemaker stelde zich afwijzender op. "Ik zie geen manieren om binnen de onderwijsbegroting extra middelen vrij te spelen de komende decennia voor onderwijsverbetering."
Wegens tijdgebrek wordt het debat waarschijnlijk na het voorjaarsreces afgemaakt.