Opleidingen waarvan het eindniveau onvoldoende is, krijgen soms drie jaar de tijd om dit te herstellen. Dit blijkt uit een inventarisatie van hersteltrajecten in het hoger onderwijs door de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Volgens de regels van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) mag de hersteltermijn maximaal één jaar zijn. De NVAO, de organisatie die de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen beoordeelt, houdt zich dus niet aan haar eigen regels. Ook zijn er opleidingen waarbij het hersteltraject verloopt via een creatieve route. Volgens de LSVb komt de naam en de kwaliteit van al het hoger onderwijs hiermee in gevaar. De studentenbond roept de NVAO op, wanneer het besluit tot een hersteltraject wordt gegeven, om binnen één jaar het eindniveau van opleidingen weer op peil te brengen.
In 2011 werd het ‘hersteltraject’ ingevoerd. Opleidingen waarvan het eindniveau volgens de NVAO onvoldoende is, krijgen door middel van het hersteltraject maximaal één jaar de tijd om orde op zaken te stellen. Deze termijn behoort te gaan lopen zodra de NVAO oordeelt dat het eindniveau van een opleiding onvoldoende is. Dit gebeurde sinds 2011 bij 44 opleidingen. Uit de inventarisatie van de LSVb blijkt echter dat deze hersteltermijn vaak met een korreltje zout wordt genomen. Acht van deze opleidingen kregen extra verbetertijd, in plaats van de afgesproken herbeoordeling na één jaar. Soms was na afloop van het hersteltraject de kwaliteit nog steeds onvoldoende, maar werd bijvoorbeeld met behulp van ‘bestuurlijke afspraken’ toch een positieve beoordeling gegeven. Volgens de LSVb komt hiermee de kwaliteit van het gehele hoger onderwijs in gevaar. Eduard Schmidt, vicevoorzitter van de LSVb: ‘De herstelperiode is juist in de wet opgenomen zodat de beoordeling kritischer kan zijn, zonder dat dit gelijk te grote gevolgen heeft. Misbruik van de herstelperiode zorgt ervoor dat dit doel niet wordt gehaald. We blijven zo pappen en nathouden.’
Voorbeelden van opleidingen waarbij de beoordeling op een creatieve manier verloopt zijn Media en Entertainment Management en Commerciële Economie van Inholland. Deze kregen in 2010, 2011 en 2012 van onder andere de NVAO een negatief oordeel over hun eindniveau. Op dit moment zitten de opleidingen nog steeds in een zogenoemd ‘verbetertraject’; deze maand vindt opnieuw een beoordeling plaats. De opleidingen geven dus al jarenlang diploma’s af waarvan het niveau niet is goedgekeurd. Volgens de LSVb komt hiermee het vertrouwen in de kwaliteitsbewaking in het geding. Voor buitenstaanders wordt het onduidelijk welke opleidingen aan de eisen voldoen en welke niet. Schmidt: ‘De wet is geschreven om de kwaliteit van het onderwijs te garanderen. Zolang de NVAO de eigen regels met voeten treedt, worden diploma’s afgegeven waarvan het niveau niet is gegarandeerd.’
© Nationale Onderwijsgids