Hoger en lager opgeleiden in Nederland komen elkaar bijna nergens tegen, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau onder zo'n drieduizend mensen. Dit geeft echter nauwelijks problemen, zegt het onderzoeksinstituut. Slechts weinig Nederlanders ervaren spanningen of conflicten tussen beide groepen. Dit meldt de Volkskrant.
Het SCP onderzocht zo'n drieduizend Nederlanders verdeeld over de verschillende inkomensgroepen. Nog geen twintig procent ziet het contact met leden uit de andere groep als problematisch. “Tegenstellingen zien is iets anders dan echt conflict ervaren”, concluderen de onderzoekers.
“He wordt niet als onrechtvaardig gezien dat de een hoogopgeleid is en de ander niet”, zegt ook hoogleraar sociologie Hermna van de Werfhorst van de Universiteit van Amsterdam. Volgens de socioloog is eerder sprake van een andere verhouding in aantallen dan een groeiende kloof tussen de twee groepen. Sinds de jaren zestig groeide het aantal hoogopgeleiden van één procent naar dertig procent. “Lager opgeleiden denken nu eerder dat zelf zijn tekortgeschoten”.
In oktober concludeerde het SCP al dat hoog en laagopgeleiden in gescheiden werelden leven. Vooral hoog opgeleiden hebben zich terug te trekken in hun eigen netwerk. Ze trouwen met elkaar, wonen in dezelfde buurt en de kinderen gaan naar dezelfde school. Toch heerst over het algemeen het beeld dat Nederland een egalitaire samenleving is. Ook hebben de meesten van de ondervraagden uit het onderzoek een gunstig zelfbeeld; ze scharen zich onder de hogere middenklasse.
Het beeld van de 'machtige elite', vooral bestaand uit hoger opgeleide, oudere en autochtone mannen, is minder positief. Vooral ouderen en lageropgeleiden zijn negatief gestemd over de elite die volgens hen zich verschanst in het eigen milieu en vooral uit eigenbelang handelt. Laagopgeleiden ervaren zijn ook het minst tevreden over de Nederlandse politiek. Hoogopgeleiden met een hoog beroepsniveau zijn daarentegen positiever.
© Nationale Onderwijsgids