Minder dan de helft van ongeveer 22.000 promovendi is momenteel niet in dienst van een universiteit. Onderzoeks blijken hun promotie steeds vaker uit eigen zak te betalen, omdat universiteiten steeds minder promovendi in dienst nemen. Dat blijkt uit een analyse van cijfers van het Rathenau Instituut en de universiteitenvereniging VSNU, meldt BNR.
Het beperkte aantal betaalde promotieplaatsen komt volgens Rolf van Wegberg, voorzitter van het Promovendi Netwerk Nederland, doordat universiteiten optimaal gebruik willen maken van de premies die zij van de overheid ontvangen bij iedere afgerond promotie. Onderzoekers die geen betaalde researchplek bij een universiteit kunnen krijgen en toch als promovendus aan de slag wil, kan een beroep doen op een gesponsorde plaats via een externe organisatie of het door een andere werkgever laten betalen. Van Wegberg vindt deze ontwikkeling zorgwekkend, omdat mensen dit de onafhankelijkheid van het onderzoek in de weg zou kunnen staan. Ook vreest hij voor de kwaliteit van een 'gesponsord' onderzoek.
Minister Bussemaker van Onderwijs wil een maximum stellen aan het geld dat universiteiten krijgen voor promoties. Volgens Bussemaker zou dit perverse prikkels tegen moeten gaan.
De komende jaren mogen de universiteiten een deel van hun promovendi een studiebeurs geven in plaats van een salaris. De promovendi zijn hierdoor geen werknemers meer, maar studenten, waardoor promoties goedkoper worden. Dit moet uiteindelijk leiden tot een vernieuwing van de promotietrajecten. De Rijksuniversiteit Groningen heeft van het ministerie van Onderwijs toestemming gekregen om 850 promotiestudenten aan te nemen binnen dit experiment.
© Nationale Onderwijsgids