De Kindertelefoon bestaat veertig jaar. Op 10 mei 1979 begon het ouderinitiatief in een kleine ruimte op driehoog in de Amsterdamse Jordaan. Kinderen konden anoniem en gratis met een vrijwilliger praten over alles wat hen bezighield. De vrijwilligers waren een luisterend oor, een klankbord, een ‘vriendin die niet oordeelt’. Veertig jaar later is dat nog steeds zo. Ook worstelen kinderen met dezelfde soort problemen: seks, verliefdheid en pesten. Toch is er ook veel veranderd. Wat dat precies is, vragen we directeur-bestuurder Roline de Wilde, oud-vrijwilliger Naomi Dessaur en huidige vrijwilliger Marlien Jonkers.
“Ik denk dat ik jongens leuk vind, maar ik weet niet hoe ik dat aan mijn ouders moet vertellen.”
“Mijn ouders hebben veel ruzie en ik ben bang dat ze gaan scheiden. Wat moet ik doen?”
Maar ook: “Wat is het recept van pannenkoeken?” Of: “Kan ik een pizza bestellen?”
“Je weet nooit wat er gaat komen als je de telefoon opneemt.” Dat vond Naomi Dessaur het leukste aan haar periode bij de Kindertelefoon in Den Haag. In 1996 begon ze als 18-jarige vrijwilliger. Zes jaar lang heeft ze er gewerkt. “De eerste keer gebeld worden was spannend, maar ik besefte ook: dit gesprek zou wel eens een groot verschil kunnen maken in het leven van een kind.”
Toen Dessaur begon, was de Kindertelefoon nog onderdeel van Bureau Jeugdzorg en waren er meerdere regionale Kindertelefoons. Op 1 januari 2015 werd de hulpdienst een zelfstandige, landelijke stichting. Ruim 500 vrijwilligers voeren zo’n 410.000 gesprekken per jaar. Begin jaren ’80 waren dat 80.000 gesprekken, verdeeld over 600 vrijwilligers. De openingstijden waren destijds 16.00 tot 20.00 uur. Nu is de Kindertelefoon te bereiken van 11.00 tot 21.00 uur, op een gratis nummer.
Forum voor en door jongeren
In de zes jaar dat Dessaur vrijwilliger was, werd de chat opgezet. Inmiddels is er ook een forum, waar kinderen van 13 jaar en ouder elkaar advies geven. Moderators van de Kindertelefoon zorgen ervoor dat het forum een veilige omgeving blijft. Ze verwijderen onaardige comments en controleren of er geen forumregels worden overtreden.
Verder geven jongeren op het forum zo veel mogelijk zelf antwoord op vragen van leeftijdsgenoten. Dat doen ze onder een niet te herleiden schuilnaam. “Het forum is vóór en dóór jongeren”, vertelt directeur-bestuurder Roline de Wilde. “Kinderen durven iets vaak niet aan vriendjes te vragen, maar hebben wel een grote behoefte aan de mening of tips van leeftijdsgenoten.”
Chatten met Kindertelefoon
Marlien Jonkers werkt sinds april 2018 bij de Kindertelefoon, vanuit Almelo. Ze plant haar eigen diensten in en werkt tussen de zes en negen uur per week. Diensten duren zo’n drie uur. Vaak neemt Jonkers de telefoon op, daarnaast is ze mentor van de jongerenchat.
Jongeren tussen de 16 en 19 jaar chatten namelijk zelf met leeftijdsgenoten. Hiervoor krijgen ze een basistraining. Jonkers leest mee met de gesprekken. “Soms hebben jongeren een zwaar gesprek. Ik denk met ze mee als ze er even niet uitkomen en geef tips. Als ze hun ervaring willen delen, kan dat altijd.” Een tip die ze jongeren meegeeft: vraag niet “Waarom doe je dat zo?”, maar “Wat maakt dat je dat doet?” Het woord ‘waarom’ kan aanvallend overkomen, vooral op de chat, omdat intonatie afwezig is.
Op welke manier de chat verder verschilt van de telefoon? Jonkers: “Kinderen praten gemakkelijker via de chat, want ze zijn nog anoniemer. De drempel is lager. Niemand hoort ze huilen of slikken. Telefoontjes duren vaak ook wat korter.” Zelf geeft Jonkers de voorkeur aan de telefoon. “Dan hoor je de stem van een kind. Je hoort iemand huilen, slikken of juist lachen. Dat voelt persoonlijker.”
Seksualiteit, verliefdheid en pesten
In 1979 werd in navolging van Duitsland de Nederlandse Kindertelefoon opgericht. Ons land was er als een van de eerste landen bij, nu zijn er telefonische hulpdiensten in 145 landen. “In het begin was de Kindertelefoon omstreden”, stelt De Wilde. “In die tijd was het niet normaal om kinderen overal bij te betrekken, naar ze te luisteren en ze serieus te nemen. Nu gelukkig wel.”
Met welke vragen belden kinderen? De topdrie eind jaren negentig: seksualiteit, verliefdheid en echtscheidingen, volgens Dessaur. Andere onderwerpen waren bijvoorbeeld misbruik, pesten en homoseksualiteit. Jonkers: “Het is nog steeds ontzettend uiteenlopend. Pesten komt inderdaad vaak voor, net als seksuele identiteit, liefde, onzekerheid, ruzies, echtscheidingen en slechte resultaten op school.”
Cyberpesten en eenzaamheid
“Grosso modo zitten kinderen met dezelfde soort vragen”, beaamt directeur-bestuurder De Wilde. “Maar door de technologische vooruitgang zijn de subcategorieën veranderd. Zo wordt nu vaak gebeld of gechat over cyberpesten en sexting.” Ook zelfbeschadiging is een steeds groter onderwerp, onder steeds jongere kinderen. Over seks werd vroeger al openhartig gesproken, weet De Wilde van vrijwilligers uit de beginjaren. “Nederlandse kinderen zijn altijd mondig geweest, in vergelijking met andere landen.”
Vrijwilliger Jonkers merkt dat sociale media onzekerheid met zich meebrengen. Voorbeelden: “Er staat een foto van me op Instagram, wat moet ik doen?” Of: “Ik word buitengesloten van groepsapps.” Het positieve aan sociale media: sommige onderwerpen worden uit de taboesfeer gehaald. Zo ging de hashtag #eenzamejongeren onlangs viraal op Twitter.
Meer bekendheid over seksueel misbruik
Tijdens de eerste jaren van de Kindertelefoon was er nog weinig bekend over incest. “Het gebeurde wel, maar er werd weinig over gesproken”, zegt De Wilde. “De Kindertelefoon heeft geholpen dit probleem onder de aandacht te brengen.” Dergelijke vragen over seksueel misbruik maakten veel indruk op Dessaur. “Ik weet nog dat een jongen wilde praten over een mevrouw, die seks met hem wilde. Hij vond het niet fijn, maar kreeg wel een stijve piemel en voelde zich daar schuldig over.”
Hoe Dessaur daarop reageerde? “Vertel er eens wat meer over. Misschien kan ik er iets over uitleggen. Dat je lijf een opgewonden reactie geeft, betekent niet dat je wilde dat het gebeurde.” Ze legde alles uit in de taal van het kind. “Het was niet de bedoeling dat je een oordeel uitsprak”, verduidelijkt Dessaur. “Soms was het best moeilijk om er niet meer over te zeggen. We sloten vooral aan bij wat het kind zelf vertelde.”
Met haar bedrijf Naomi maakt bespreekbaar leert Dessaur ouders met hun kinderen te praten over seksualiteit. Vanuit Dessaur Trainingen geeft ze scholing, trainingen en lezingen aan professionals over het signaleren en bespreekbaar maken van kindermishandeling, huiselijk geweld en seksueel misbruik. Ze weet dat je kinderen soms moet ‘ontschuldigen’. “Als de ouders van een kind gaan scheiden, denkt een kind vaak dat het zijn schuld is. Dat is echt niet zo.”
Doorverwijzen naar hulpinstanties
Toen Dessaur vrijwilliger was, werd er niet veel doorverwezen. “Het idee was: als het kind naar de Kindertelefoon kan bellen, kan hij ook naar de huisarts of 112 bellen. Maar wat als een kind belt dat hij op het punt staat van een dak af te springen? Dan mocht je dus niet om hulp vragen.” Zo’n telefoontje heeft Dessaur zelf nooit gekregen, wel kent ze collega’s die dat meemaakten. Gelukkig hadden telefoonmedewerkers veel steun aan elkaar.
Inmiddels wordt actiever doorverwezen, bijvoorbeeld naar de instantie Veilig Thuis. Wat is nu het protocol als een kind dreigt met zelfmoord? De Wilde: “We trainen onze vrijwilligers om het kind eerst gerust te stellen en vervolgens hun uiterste best te doen om het kind zelf 112 te laten bellen. Of te zorgen dat hij zijn gegevens prijsgeeft, zodat wij een instantie kunnen inschakelen.” De Kindertelefoon is geen jeugdhulp, alleen een luisterend oor. “We proberen zo laagdrempelig mogelijk te zijn en de zelfredzaamheid te vergroten.”
Trainingsdagen
Voordat een vrijwilliger bij de Kindertelefoon kan beginnen, vindt een intensieve screening plaats. De vrijwilliger moet hbo-denkniveau hebben en kwaliteiten als een open mind en inlevingsvermogen. Op meerdere trainingsdagen oefenen vrijwilligers met gesprekstechnieken en krijgen ze informatie over allerlei onderwerpen. “Hoe vertel je op het niveau van een kind wat chlamydia is?”, geeft Dessaur als voorbeeld. De Kindertelefoon gaat met de tijdsgeest mee. “Als we merken dat nieuwe thema’s spelen, briefen we de vrijwilligers met up-to-date informatie”, vertelt De Wilde.
Jonkers somt op wat vrijwilligers verder leren: “Leeg luisteren, geen oordeel geven, kinderen aan het denken zetten, zodat ze zelf met een oplossing komen, samenvatten.” Ook als het stil blijft aan de andere kant van de lijn, blijven de vrijwilligers professioneel. “Dan val je zelf nooit stil”, legt Dessaur uit. “Ik vertelde dan wat meer over de Kindertelefoon en zei dat we niet gauw iets gek vinden. En dat iemand een volgende keer altijd terug mocht bellen. Uiteindelijk gaf ik aan dat ik zo ging ophangen.”
Nepbelletjes
Prank calls, zoals groepjes giechelende kinderen, kwamen ook veertig jaar geleden voor. Toen werd er anders mee omgegaan, aldus De Wilde. “Nu weten we meer over het kinderbrein. Voor de grap bellen hoort bij de ontwikkelfase van een kind. Even laten zien dat jij de stoerste bent. Vrijwilligers blijven altijd vriendelijk. Schelden accepteren ze niet, maar ze proberen het effect van het gedrag bespreekbaar te maken.” Veel kinderen bellen eerst met een grapje en merken dan dat ze goed behandeld worden. Daarna durven ze hun verhaal wel te vertellen. Die realisatie van serieus genomen worden is belangrijk, zegt De Wilde.
“Soms is zo’n luchtig nepbelletje wel fijn, na een heftig gesprek”, vindt Jonkers. “Als iemand een pizza bij me bestelt, reageer ik met: wil je contant betalen of pinnen? Dan is een kind helemaal van zijn à propos.” Humor is belangrijk, merkte ook Dessaur. “Soms werkt een grapje ontspannend bij een kind. Al moest je goed aanvoelen waar iemand behoefte aan had.”
Veel geleerd bij de Kindertelefoon
Jonkers begon bij de Kindertelefoon omdat ze niet wist welke richting ze in haar carrière op wilde. Voorheen werkte ze voor een commercieel bedrijf, inmiddels weet ze zeker dat haar hart bij sociaal werk ligt. “Bij de Kindertelefoon heb ik het gevoel dat ik echt van betekenis ben.”
Als Dessaur met pensioen is, keert ze graag terug naar de Kindertelefoon. Alles wat ze nu doet is terug te leiden naar haar periode als telefonisch medewerker. “Ik help mensen taboes bespreekbaar te maken. Dat heb ik bij de Kindertelefoon geleerd.” Zelf is ze nooit een gesprek uit de weg gegaan. Ook voor andere vrijwilligers is geen enkele vraag vreemd. Kinderen kunnen altijd vrijuit praten, zonder dat er iets met de informatie gedaan wordt. Altijd zal er naar ze geluisterd worden. Dat was in 1979 zo, en dat is nu niet anders.
Bel gratis en anoniem 0800-0432. Of gebruik de chat of het forum van de Kindertelefoon.
Door: Nationale Onderwijsgids / Bente Schreurs