Een groot gedeelte van de mbo- en hbo-studenten ontvangt een stagevergoeding. Deze stagevergoedingen zijn gestegen. Het slechte nieuws is dat ook de prijzen gestegen zijn. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) naar stagevergoedingen binnen het mbo, hbo en universitair onderwijs. Dat meldt RTL Nieuws.
De stagevergoedingen van afgestudeerden in de jaren 2016 tot en met 2023 werden door het CPB onder de loep genomen. Het aantal studenten dat een stagevergoeding ontvangt, wordt in die periode alleen maar groter. Binnen het wetenschappelijk onderwijs blijven de aantallen gelijk. Een stage in het wetenschappelijk onderwijs is dan ook niet altijd verplicht.
Hoogste vergoeding voor universitaire studenten
Als universitaire studenten wel een stage moeten lopen, dan krijgen zij waarschijnlijk de hoogste vergoeding. Hoe hoger het onderwijsniveau, hoe hoger de stagevergoeding.
Het onderwijsniveau is niet het enige waardoor de stagevergoeding hoger kan uitvallen. De vakrichting speelt ook mee, net zoals er ook salarisverschillen zijn tussen beroepen. Maar dat mbo’ers een lagere stagevergoeding krijgen, komt niet alleen door het opleidingsniveau, aldus Paul Verstraten, onderzoeker bij het CPB. Studenten van het hbo en wo lopen vaak meer uren stage.
Krappe arbeidsmarkt
De verschillen in de hoogte van de stagevergoeding zijn volgens Verstraten het gevolg van de krappe arbeidsmarkt. “Een stage is het ideale instrument om nieuwe medewerkers aan te trekken. Zeker als er een groot personeelstekort is.”
Prijzen ook gestegen
Een student die in 2016 afstudeerde kon waarschijnlijk wel meer biertjes kopen met de stagevergoeding dan een student die in 2023 afstudeerde. De stagevergoedingen stegen, maar de prijzen ook.
Voor de stagevergoedingen geldt niet dat deze zo hard stijgen dat ze gelijk zijn aan de prijsstijgingen. Stagevergoedingen zijn vaak geen onderdeel van een cao.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk