De vakken Frans en Duits blijven in de onderbouw van het vwo verplicht. Het College voor de rechten van de mens oordeelde in een zaak dat leerlingen met zware dyslexie, die qua verstand het vwo wel aankunnen, in de eerste drie vwo-klassen niet van de talen vrijgesteld worden. Scholen mogen deze leerlingen alleen vrijstellen van bijvoorbeeld leesopdrachten, oordeelde het parlement. Dit meldt Trouw.
De zaak was aangespannen door de ouders van een leerling van het Utrechtse Gerrit Rietveld College. Hun autistische zoon schrijft en leest door zware dyslexie als een achtjarige. De scholier krijgt zes uur bijles buiten lestijden om en aangepast lesmateriaal. Volgens de ouders breekt de extra tijd die de scholier kwijt is aan Frans en Duits hem op. De school wil wel meewerken aan aanpassing van die vakken, maar wil hem daar niet van vrijstellen, omdat dat volgens de wet niet mag.
Voor de uitspraak van het college in deze zaak, is eerst om uitleg gevraagd aan het ministerie van onderwijs. Volgens het ministerie zouden er nog honderden dyslectische scholieren volgen met hetzelfde verzoek als het college deze scholier vrij zou stellen van de vakken Frans en Duits. Dit zou veel scholen in grote problemen kunnen brengen. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs zegt dat het parlement het erover eens is dat de talen een vast onderdeel vormen van de eerste drie jaar van het vwo. Scholen mogen leerlingen met dyslexie alleen vrijstellen van leesopdrachten en meer doen aan spreekvaardigheid.
Volgens juridisch adviseur van de betreffende scholier in de zaak, Katinka Slump, lossen veel scholen de problemen met dyslectische kinderen in de praktijk informeel op. “Die komen nooit in de les, maar krijgen aan het eind van het jaar gewoon een zes. Scholen hadden nu een legitimatie kunnen krijgen om leerproblemen bij bepaalde vakken door de vingers te zien. Kinderen blijven nu afhankelijk van scholen met lef.”
© Nationale Onderwijsgids