De piramide van Maslow is een bekend model uit de psychologie waarin de behoeften van de mens worden beschreven en geordend. Deze piramide wordt ook wel de behoeftepiramide genoemd en is in 1943 door klinisch psycholoog Abraham Maslow gepubliceerd. Maslow ging ervanuit dat de mens vijf basisbehoeften heeft. De piramide kan je ook voor het onderwijs gebruiken.
De vijf basisbehoeften zijn niet gelijk aan elkaar, maar versterken elkaar. Maslow gaat er in zijn theorie vanuit dat de mens pas streeft naar bevrediging van de behoeften, wanneer de behoeften die lager in het model staan bevredigd zijn. Iedere keer als er een behoefte vervuld is, schuift de mens door naar een hogere laag in de piramide.Daarbij is het niet mogelijk om een laag over te slaan. De behoeften in iedere laag moeten volledig bevredigd zijn voordat men kan overstappen naar de behoeften in een volgende laag.
Dit zijn de vijf behoeften in de piramide van Maslow:
1. Lichamelijke behoeften.
Onderaan in de piramide staan de lichamelijke behoeften. Die heeft de mens nodig om in leven te blijven. Denk daarbij aan zuurstof, slaap, eten en drinken. Maar Maslow denkt daarnaast ook aan behoeften zoals seks, onderdak en kleding. Binnen het onderwijs is deze laag van toepassing wanneer een leerling bijvoorbeeld geen veilige thuissituatie heeft of niet geslapen/gegeten heeft wanneer hij op school komt. Dit kan er namelijk voor zorgen dat de leerling weinig concentratie heeft tijdens de les. Kleding is van toepassing zodat de leerling zich kan onderscheiden van de andere leerlingen. Al zijn er nog wel wat discussies gaande of een schooluniform niet beter is.
2. Veiligheid en zekerheid
Daarboven staat de laag veiligheid en zekerheid. Daarmee worden behoeften bedoeld die voor lichamelijke veiligheid en gezondheid zorgen. Het is de bedoeling dat leerlingen zich op school ook veilig voelen. Docenten moeten voor een veilig klimaat in de klas zorgen zodat een leerling zichzelf durft te zijn.
3. Sociaal contact
Daarboven staat sociaal contact. Dit hoort bij de behoefte van de mens om sociale contacten met anderen aan te gaan zoals vriendschap, liefde en andere contacten waarbij je je een onderdeel voelt van de groep. Op school is het ook erg belangrijk om ergens bij te horen en genoeg vriendjes te hebben. Als een kind niet aan deze behoefte kan voldoen zal hij/zij zich eenzaam voelen en zich niet thuis voelen op school of in de klas.
4. Waardering, erkenning en zelfrespect
De hierop volgende behoefte duidt op de behoefte die de mens heeft om zijn of haar aanzien en status binnen een groep te verhogen. Voor kinderen geldt dat het belangrijk is dat de leraar ze ziet, waardeert en erkent. Een leraar heeft bijvoorbeeld als taak dat een kind bewust wordt van zijn eigen talenten. Deze ‘moet’ je dan als leraar waarderen. Uiteindelijk respecteert een kind zichzelf dan ook.
5. Zelfactualisatie
De hoogste behoefte in de piramide is de behoefte die de mens heeft aan persoonlijke groei. Daarbij valt te denken aan creativiteit, spontaniteit, acceptatie en oplossingsgerichtheid. Deze behoefte komt pas aan bod als alle andere behoeften bevredigd zijn. Leerlingen kunnen dan op eigen initiatief hun talenten ontwikkelen en ontdekken. Leraren hebben de taak om de leerlingen zelf te laten onderzoeken wat hun talenten zijn.
De piramide van Maslow is geen exacte wetenschap, want er is geen bewijs dat de piramide ook echt betrouwbaar is. In de praktijk zijn ook veel tegenstrijdigheden te zien. Jezelf uithongeren voor een hogere status of het opgeven van veiligheid voor zelfontplooing zijn wellicht niet de juiste manieren om dat te doen. Dat zal voor de leerlingen niet gelden, maar voor volwassenen wellicht. De eerste en tweede laag van de piramide zijn vaak ook afhankelijk van sociaal contact, want samenwerken is juist belangrijk om te overleven in de samenleving.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk
Bronnen: Boomstrategie, Info.nu, Nationale Onderwijsgids