De onderwijsbegroting 2015 bevat geen grote verrassingen. De afspraken uit het Onderwijsakkoord, bestuursakkoorden en eerdere begrotingsakkoorden zijn hierin verwerkt. De onderwijsbegroting verdient wel het predicaat ‘investeringsbegroting’. Het onderwijs krijgt er in vergelijking met andere sectoren geld bij; de totale overheidsuitgaven krimpen verder.
De onderwijsbegroting laat zich lezen als een motie van vertrouwen in de onderwijsbesturen. De overheid verstrekt het grootste deel van de extra middelen in de lumpsum. Dit geeft schoolbesturen de mogelijkheid zelf keuzes te maken. Naast extra middelen voor onderwijsbesturen in de lumpsum wordt geïnvesteerd in professionaliteit van leraren. Het belangrijkste instrument hiervoor blijft de lerarenbeurs, maar er worden ook andere middelen vrijgemaakt om leraren te ondersteunen (extra conciërges en klassenassistenten, middelen om meer Master-opgeleiden in het onderwijs te krijgen). Het versterken van de professionaliteit van leraren komt vooral ook tot uiting in de nieuwe cao afspraken (meer tijd en geld voor scholing). Deze afspraken zijn ook in deze begroting verwerkt.
Excelleren in leren
Met de stijging van de uitgaven aan onderwijs -bij afnemende leerlingenaantallen- wordt ingezet op sterkere besturen en professionelere leraren. Op andere sectoren wordt gekort, op het onderwijs niet. Dit schept maatschappelijke verwachtingen. Deze begroting past bij de strategie van excellente besturen, excellente scholen en excellente leraren, die excellente leerlingen afleveren op alle niveaus en in alle beroepen om als land te kunnen (blijven) excelleren. Excelleren in leren; dát is de toon die in de onderwijsbegroting 2015 doorklinkt.
Meer informatie? Ga naar de website van KPC Groep.
© Nationale Onderwijsgids