Kinderen die veel bewegen in de klas blijken de lesstof beter op te pikken. Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat kinderen die bewegend leren rekenen en spellen de lessen sneller oppikken dan klasgenootjes die stilzitten tijdens de les. Al na twee jaar bewegend leren boeken de scholieren een leerwinst van vijf maanden. Dat meldt het Algemeen Dagblad.
De onderzoekers verklaren dat door bewegen adrenaline vrij komt in de hersenen waardoor de kinderen de lesstof beter opnemen. De onderzoekers ontwikkelden de lesmethode Fit & Vaardig waarmee scholieren drie keer per week een halfuur flink bewegen tijdens het herhalen van de reguliere lessen rekenen en taal. Tijdens die lessen moeten de kinderen een antwoord geven door te bewegen, dus bijvoorbeeld een woord spellen door een sprong te maken bij iedere letter. De leerlingen bleken zich na een Fit & Vaardig-les ook beter te kunnen concentreren op de vakken daarna. Ook zijn de leerlingen gezonder.
De proef is gedaan met kinderen uit groep vier en vijf. Voor de onderzoekers aan de slag konden met de proef, moesten ze eerst meten hoe zwaar de bewegingen konden zijn. Daarvoor werd eerst getest op zes scholen in Groningen en Drenthe. “Je moet het de kinderen ook niet te moeilijk maken. Ze moeten de stof ook kunnen oppikken”, zegt projectleider Esther Hartman. Dekker zal scholen niet verplichten om de methode te gebruiken. “Scholen zijn vrij om hun eigen methoden te kiezen. Maar we willen wel graag het onderwijs verbeteren. En we willen weten welke aanpak echt werkt in de praktijk. Daarom is dit soort wetenschappelijk onderzoek zo belangrijk. Ik hoop natuurlijk wel dat scholen door de uitkomst van het onderzoek worden geïnspireerd”, aldus Dekker.
Het onderzoeksrapport is hier te lezen.
© Nationale Onderwijsgids