Zij zullen in dit onderzoeksproject een intelligentiemeting afnemen bij een grote groep leerlingen in groep 6 van het regulier basisonderwijs. Door deze intelligentiescores achteraf te koppelen aan gegevens van het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO), ontstaan waardevolle inzichten met betrekking tot onderwijsachterstanden. Zo kan worden gekeken of bepaalde leerlingen slechter presteren dan verwacht op basis van hun potentie, en welke omgevings- en achtergrondkenmerken daarbij van invloed zijn.
Dit onderzoek heeft een grote maatschappelijke relevantie. De resultaten zullen namelijk invloed hebben op de financiële middelen die scholen en gemeenten krijgen om kansen te creëren voor leerlingen die onder hun potentie presteren. De hoogte van deze zogeheten OAB-middelen (OAB staat voor onderwijsachterstandenbestrijding) wordt sinds schooljaar 2018/2019 op basis van een nieuwe indicator vastgesteld. Deze indicator is ontwikkeld door het Centraal Bureau voor de Statistiek en wordt in 2025 vernieuwd mét de gegevens over intelligentie uit dit onderzoeksproject.
Ook zullen de resultaten een rijke bron van informatie vormen voor verder wetenschappelijk onderzoek.
Het onderzoeksbudget van 564.000 euro is beschikbaar gesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) binnen het onderzoeksprogramma Onderwijsachterstandenbeleid.
Het consortium bestaat uit: prof. dr. Maarten Wolbers (KBA Nijmegen, projectleider), dr. Annemarie van Langen (KBA Nijmegen), dr. Ineke van der Veen (Kohnstamm Instituut) en dr. Joost Meijer (Kohnstamm Instituut).
Door: Nationale Onderwijsgids