Cultuur en taalontwikkeling zijn belangrijk, met kunsttaalroutines combineer je ze

Veel basisscholen willen graag meer doen met cultuur, maar taalontwikkeling heeft ook veel aandacht nodig. De werkvorm kunsttaalroutines maakt het mogelijk om de twee te combineren. Dat biedt extra kansen, want juist bij culturele activiteiten gebruik je een heel andere taal dan wanneer je een boek leest. Dit meldt Leraar24.

De Tilburgse cultuurmakers van Factorium merkten een aantal jaar geleden dat de basisscholen waarmee ze samenwerkten graag meer wilden doen met cultuur. Tegelijkertijd hoorden ze dat taalontwikkeling zoveel aandacht nodig had, dat er weinig tijd overbleef om aan cultuur te besteden. Zo ontstond het idee voor kunsttaalroutines, een werkvorm waarbinnen dans, muziek, drama, literatuur en beeldende kunst op gelijke voet staan met taal. De kern van de werkvorm is dat leerlingen tijdens de culturele activiteiten nieuwe begrippen leren, praten over emoties, expressieve taal gebruiken en zo hun taalvaardigheid uitbreiden met kennis die ze juist niet opdoen bij het lezen van een tekst.

Cultuuronderwijs 

De inzet van kunsttaalroutines is altijd afgestemd op de school. Maartje Knoop is onderwijsconsulent bij Factorium en legt uit hoe dat gaat. “Welke routines je kiest als school, kun je zelf bepalen. Er zijn scholen die nog helemaal geen cultuuronderwijs hebben en voor een combinatie van routines kiezen, maar er zijn ook scholen die al veel aan muziek doen en zich met de routines juist willen richten op dans.” Een van de scholen die met kunsttaalroutines werkt, is de Jan Ligthartschool Rendierhof in Tilburg.

Uitdagende kunstdisciplines 

“Scholen die net beginnen met kunsttaalroutines moeten de tijd nemen om iedereen aan deze werkvorm te laten wennen”, zegt Knoop. “De routines zijn een basis die je je als leerkracht eigen moet maken. Als het een routine wordt, kun je nog meer aandacht besteden aan de taalontwikkeling en kun je het ook toepassen op andere taalthema’s. Leerlingen weten na een tijdje ook precies wat er van ze verwacht wordt. Zien ze een bepaald icoon, dan weten ze wat ze moeten doen.” Nu het programma vier jaar loopt, ziet Knoop enthousiaste leraren, maar ook leraren die de routines lastig vinden. “Dat heeft vooral te maken met kunstdisciplines die uitdagend zijn. Daar begeleiden we scholen in. Dit traject heeft tijd nodig en een verandering van mindset. De directe opbrengst is niet te meten, maar scholen zien – naast het plezier bij leerlingen – zeker dat het werkt voor de taalontwikkeling.”

Door: Nationale Onderwijsgids