De zomervakantie is net begonnen, maar voor schooldirecteuren begint het niet ontspannen. Het aantal vacatures op basis- en middelbare scholen is al tijden niet zo hoog geweest als nu. Op het moment is het tekort landelijk opgelopen tot bijna 8500 docenten, een kwart meer dan het jaar hiervoor. Dit meldt het AD.
NOG
Zomervakantie begint met recordaantal vacatures
-Het is mogelijk dat landelijk één op negen klassen het nieuwe leerjaar moet beginnen zonder een docent. Vooral grote steden komen in de problemen: Rotterdam heeft nog één op vijf klassen een docent nodig, terwijl de klasgrootte al uitgaat van dertig kinderen. In Utrecht is het zelfs één op drie.
Deze cijfers weerspiegelen de problemen waar het onderwijs al tijden problemen mee heeft. De Onderwijsraad heeft zelfs al laten weten dat het mogelijk onvermijdelijk is dat lesweken ingekort worden.
Patrick Banis, directeur arbeidsmarkt bij onderzoekscentrum CAOP, is op de hoogte van de stress bij schooldirecteuren. Leraren hebben volop aanbod, en kiezen eerder voor werk buiten de stad. “Voor heel veel scholen wordt het weer kunst- en vliegwerk om na de zomer de roosters rond te krijgen, hooguit de helft van de vacatures wordt nog voor die tijd vervuld.”
De vacatures vullen lijkt op het moment onmogelijk. Volgens cijfers van het UWV zijn er in Nederland 6000 leerkrachten en docenten op zoek naar een baan, terwijl er landelijk dus 8500 nodig zijn. Uit Indeed-cijfers blijkt dat middelbare scholen meer dan 400 docenten Nederlands, ruim 200 docenten wiskunde en evenveel gymleraren zoeken. Het primair onderwijs kampt met de meeste problemen, daar hebben ze 1500 leerkrachten nodig.
Instituutsdirecteur Carla Luycx van Hogeschool Utrecht ziet het aantal pabo-studenten wel weer stijgen. “Maar de prognose is dat er in Utrecht zo veel kinderen bij komen de komende jaren, daar valt niet tegenop op te leiden.”
Ook blijven de recent afgestudeerden niet lang in het vak. “De eerste drie jaar na de pabo zijn cruciaal, dan hebben nieuwe leerkrachten nog veel begeleiding nodig. En als die er niet is, krijg je hoge uitval.” Volgens Luycx moet het werk slimmer georganiseerd worden. “Een leerkracht hoeft echt niet de hele tijd voor de hele klas te staan. Je kunt onderwijsassistenten en lerarenondersteuners vragen om met kleine groepjes aan specifieke taken te werken.”
“Vaak hebben mensen in de kinderopvang maar een kleine baan, daarnaast zouden ze een paar uren als onderwijsassistent kunnen werken”, vult Banis aan. Ook gelooft de CAOP-directeur dat meer praktijkuren tijdens de pabo-opleiding veel zal helpen. “Sneller de werkvloer op, daar zou ik ook graag eens mee experimenteren.”
Terwijl Luycx hoopt op meer pabo-studenten, heeft ook zij een tekort aan docenten. Wel benadrukt ze dat het vak vervullend is. “Je werkt met kinderen, aan hun toekomst.” Het vak is zwaar, “Maar je krijgt genoeg vakantie om uit te rusten!”
Door: Nationale Onderwijsgids / Marian van Reesch