Normal_eerste_kamer

De Eerste Kamer heeft vanmiddag voor het wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren gestemd. Dat betekent dat de rechtspositie van alle ambtenaren, behalve die van politie, defensie en de rechterlijke macht, gelijk worden getrokken met werknemers in de private sector. Ook in het openbaar onderwijs en in het bijzonder onderwijs krijgen werknemers nu dezelfde rechtspositie. Dit meldt Verus.

Door het wetsvoorstel vallen alle ambtenaren, behalve die van politie, defensie en de rechterlijke macht, onder het normale arbeidsrecht. Het wetsvoorstel neemt de oneerlijke concurrentie tussen openbaar en bijzonder onderwijs weg. Eerder was het zo dat werknemers in het openbaar onderwijs de status van ambtenaar hadden. Daarmee vielen zij buiten de bepalingen van de Wet werk en zekerheid en konden zij de vervanging van zieke leerkrachten veel eenvoudiger regelen dan het bijzonder onderwijs. Ook had het openbaar onderwijs nog niet te maken met de transitievergoeding.
 
Normalisering zou het voor ambtenaren makkelijker moeten maken om over te stappen naar de marktsector en vice versa. Ook zou het schrappen van de speciale positie leiden tot minder bureaucratie. Toch is maar iets meer dan 6 procent voor normalisering. Tegenstanders zijn vooral bang voor verslechtering van hun positie. Met de afschaffing van de ambtenarenstatus, blijven bestaande arbeidsvoorwaarden, zoals salaris, vakantie- en verlofdagen en uitkeringen bij ontslag of pensioen, overeind. Juist het gelijktrekken van de salarissen en extra's zoals een dertiende maand, zijn voor ambtenaren redenen om wel positief te staan tegenover de normalisering.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids