Logo_logo_college_voor_de_rechten_van_de_mens
Kinderdagverblijf De Kleine Reus in Zwolle stond in haar recht toen ze een pedagogisch medewerker ontsloeg omdat ze niet naar de kerk ging, zo oordeelt het College voor de Rechten van de Mens. De vrouw voelde zich gediscrimineerd door het christelijke kinderdagverblijf en spande de zaak aan. Dit meldt Kinderopvangtotaal. 
 
Twee jaar geleden, toen de pedagogisch medewerker toe was aan haar derde contractverlenging bij De Kleine Reus, bleek dat zij geen lidmaatschap bij een kerk had. In de functie-eisen van het kinderdagverblijf staat dat een pedagogisch medewerker zijn of haar geloof blijvend moet voeden door middel van een actief kerklidmaatschap. De vrouw was op de hoogte van deze eis toen ze de baan aanging. In haar beginperiode bij De Kleine Reus ging ze dan ook op zoek naar een kerk. Ze kwam echter tot de conclusie dat ze geen kerk nodig heeft om te geloven. Het kinderdagverblijf is het hier niet mee eens. De medewerkster kreeg daarom nog eenmalig een tijdelijk contract aangeboden, waarna ze weg moest bij het kinderdagverblijf. De vrouw klopte aan bij het College voor de Rechten van de Mens op grond van discriminatie. Het College heeft nu een uitspraak gedaan in de zaak.
 
Volgens het College is er onderscheid gemaakt op grond van godsdienst. Desondanks stelt het College dat dit niet illegaal is, omdat instellingen op godsdienstige grondslag bepaalde eisen aan personeel mogen stellen. Deze eisen dienen nodig te zijn voor het realiseren van de grondslag van de instelling en personeelseisen moeten nodig zijn voor de functie. Omdat de vrouw op de hoogte was van de kerkgang-eis toen ze aan het werk ging bij De Kleine Reus stelt het College het kinderdagverblijf in het gelijk. Het College is daarnaast van mening dat de eis 'begrijpelijk' en 'niet onredelijk' is. 
 
© Nationale Onderwijsgids