In een nieuwe studie van de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) is onderzocht hoe de sociale ontwikkeling van kinderen in de buitenschoolse opvang (bso) eruit ziet. Veel kinderen brengen na schooltijd hun vrije tijd door in de bso. Hoe kinderen daar met elkaar spelen, praten en ruziën is in de huidige wetenschappelijke literatuur nauwelijks belicht, vond Nynke van der Schaaf. Daarom startte ze de studie ‘Sociale praktijken in de interactie tussen kinderen van 4 tot 8 jaar in de buitenschoolse opvang’. Dat meldt de RuG.
Van der Schaaf concludeerde dat de bso bij uitstek de omgeving is waar kinderen tussen de vier en acht jaar zich sociaal ontwikkelen. Hun sociale competenties komen tot stand door de diverse sociale situaties waarin zij zich bevinden. Zo zijn zij in staat ‘entreeonderhandelingen, conflictgesprekken en regelonderhandelingen’ uit te voeren en is er een sociale orde vastgesteld in de bso-groep.
“De bso blijkt voor jonge kinderen een omgeving te zijn waarin zij zich sociaal kunnen ontwikkelen door ervaring op te doen met uiteenlopende sociale praktijken. De praktijken van kinderen zijn bovendien anders dan die van volwassenen”, concludeert Van der Schaaf. De studie laat zien dat gezamenlijk spel van kinderen de sociale competenties van kinderen helpt ontwikkelen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
