Slechts 76 procent van de mbo-studenten in Amsterdam heeft na zeven jaar een baan. In de rest van Nederland ligt dit percentage op 90 procent. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat in Amsterdam en omstreken mbo’ers vaker een migratieachtergrond hebben. Dit meldt Het Parool.
Dat blijkt uit cijfers van de afdeling Onderzoek, Informatie en statistiek (OIS) van de gemeente Amsterdam. Van de 1.100 Amsterdamse mbo'ers die in 2009 hun diploma kregen, is 76 procent in 2016 aan het werk. 13 procent van hen heeft dan een uitkering.
Ter vergelijking: landelijk gezien zijn er 38.600 mbo’ers afgestudeerd in 2009. Hiervan is 90 procent aan het werk en heeft 6 procent een uitkering in 2016.
Uit het onderzoek van OIS blijkt dat een deel van de verklaring ligt in het feit dat een groot deel van de Amsterdamse mbo-uitstromers een niet-westerse migratieachtergrond heeft. Juist deze groep heeft minder vaak werk. Daarnaast hebben Amsterdamse mbo-uitstromers ook vaker een lagere vooropleiding en laagopgeleide ouders. Ze behalen ook vaker een bol (beroepsopleidende leerweg) diploma op niveau 2 en kiezen de minder/niet-technische opleidingsrichtingen waarvan de arbeidsperspectieven minder gunstig zijn.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
