Een toenemend aantal ouders heeft grote moeite met het betalen van het schoolgeld voor hun kinderen. In 2014 steeg het aantal ouders dat bij Leergeld Nederland aanklopte met dertig procent. Bij de stichting kunnen ouders terecht wanneer zij zelf de onderwijskosten, zoals de vrijwillige ouderbijdrage, niet kunnen opbrengen. Dat meldt het AD.
Van de vrijwillige ouderbijdrage financieren scholen onder meer schoolreisjes en excursies. Scholen bieden steeds vaker werkweken en reizen naar verre bestemmingen aan waardoor de kosten voor ouders al gauw boven de duizend euro uitkomen. Ook verwachten veel scholen dat ouders een laptop of tablet voor hun kind aanschaffen. Voor steeds meer ouders zijn die kosten niet langer te behappen, zij moeten Leergeld Nederland om financiële steun vragen.
In 2013 kreeg Leergeld Nederland 59.033 aanvragen. Dat aantal steeg het jaar daarop naar 76.468. De stichting werkt vanuit 78 lokale afdelingen en helpt kinderen tussen de 4 en 18 jaar.
Volgens directeur Gaby van den Biggelaar van de Leergeld Nederland worden ouders door scholen vaak onder druk gezet. Uit de voorlopige resultaten van een enquête onder honderden ouders blijkt dat ruim veertig procent van de ouders door de school verplicht wordt de ouderbijdrage te betalen. Officieel is de ouderbijdrage echter vrijwillig. Eerder opende de SP daarom al een meldpunt voor ouders die hiermee te maken krijgen.
De bedragen die van ouders gevraagd worden lopen uiteen van enkele tientjes tot over de duizend euro per kind. Van de ondervraagden uit de enquête zegt 29 procent het geld voor de ouderbijdrage niet te kunnen betalen. “Twaalf procent van de kinderen leeft onder de armoedegrens”, vertelt Van den Biggelaar. “Dat zijn twee à drie kinderen per klas”.
© Nationale Onderwijsgids
