Scholen geven aan niet precies te weten hoe ze getraumatiseerde kinderen moeten begeleiden. De schoolleiders maken zich daardoor zorgen over de traumaverwerking bij asielzoekerskinderen. Dat blijkt uit de peiling ‘Onderwijs aan vluchtelingenkinderen: waar knelt het en wat gaat al goed?’, gehouden onder de leden van Verus, de vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs. Dat meldt NRC.
De leraren zouden behoefte hebben aan trainingen over trauma’s. De docenten geven in de peiling ook aan dat extra hulp van bijvoorbeeld een speltherapeut gewenst is. De schoolleiders vrezen dat de werkdruk voor de leerkrachten verder oploopt. Uit de peiling blijkt verder dat de schoolleiders vinden dat er te weinig ‘Nederlands al tweede taal’-docenten zijn. Ook is er niet genoeg specifiek lesmateriaal om vluchtelingenkinderen mee te onderwijzen.
Verder blijkt dat leerkrachten nu te weinig kennis zouden hebben over het onderwijzen van kinderen met andere culturele achtergronden, er niet genoeg geld is om de leerlingen goed op te vangen en weten de schoolleiders niet hoe en of ze met de buurt moeten communiceren over de komst van de kinderen.
In totaal werkten 365 schoolleiders, voornamelijk uit het basisonderwijs, mee aan de peiling, 116 hiervan hebben nu vluchtelingen in de klas. De overige 249 docenten hebben vroeger vluchtelingen in de klas gehad.
© Nationale Onderwijsgids
