Normal_budget_geld_bezuinigingen35

De kosten voor het primair onderwijs stijgen al jaren veel sneller dan de inkomsten. Scholen hebben daardoor niet genoeg geld om goed onderwijs voor leerlingen te blijven garanderen. De PO-Raad roept de overheid daarom op om met een structurele en reële bekostiging te komen die recht doet aan het primair onderwijs en waarmee scholen toekomstbestendig onderwijs voor ieder kind mogelijk kunnen maken. De Tweede Kamer debatteert woensdag en donderdag over de Onderwijsbegroting. Dat meldt de PO-Raad.

“Het primair onderwijs is aan het watertrappelen en kan amper nog het hoofd boven water houden”, aldus Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad. De PO-Raad becijferde dat het gat tussen kosten en bekostiging in het primair onderwijs sinds 2010 is opgelopen van 291 miljoen euro tot 754 miljoen euro dit jaar. Dat komt voor een belangrijk deel door stijgende werkloosheidskosten. Doordat het aantal leerlingen daalt, zijn er minder leraren nodig en verliezen er meer hun baan. Het primair onderwijs draait zelf op voor die kosten. In vijf jaar tijd zijn de werkloosheidskosten met 165 miljoen gestegen tot 265 miljoen euro nu.

De sector heeft de afgelopen jaren via het Nationaal Onderwijsakkoord en Herfstakkoord weliswaar geld ontvangen - in 2015 gaat het om 289 miljoen euro - dat is bij lange na niet voldoende om de achterblijvende bekostiging mee te compenseren. Bovendien zijn met het geld extra taken meegekomen.

Ook stijgende pensioenpremies spelen een rol net als hogere kosten voor bijvoorbeeld lesmaterialen en schoolmeubilair. Hoeveel geld scholen hiervoor krijgen, is gebaseerd op een tijd waarin zij nog werkten met schoolborden en krijtjes. Deze materialen gaan veel langer mee dan de digiborden die veel scholen tegenwoordig gebruiken. De kosten liggen daarmee hoger dan het geld dat scholen ervoor ontvangen. “De overheid moet nu ingrijpen om te voorkomen dat scholen kopje onder gaan”, aldus Den Besten.

© Nationale Onderwijsgids