Normal_techniek__techniekdag

Het beroep van ouders heeft invloed op hoe hun kinderen tegen bètavakken aankijken. Wanneer een van de ouders een bètatechnische functie heeft, vinden zowel jongens als meisjes de lessen daarover minder moeilijk, hebben ze er meer plezier in en zien ze de sector vaker als een optie voor hun eigen loopbaancarrière. Maar ook leraren hebben grote invloed. Dat blijkt uit onderzoek van VHTO, het Landelijke expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek. Dat meldt AD.

Leerlingen van technische ouders hebben vaak een minder goed beeld van wat wetenschap en technologie eigen inhoudt. De kinderen van technische ouders krijgen juist van nature meer mee over wetenschap. Daarom wil VHTO ouders meer betrekken bij het enthousiast maken van hun kinderen voor wetenschap en technologie. De organisatie is onder meer al bezig een informatiepakket voor ouders te maken, waarmee ze hun kinderen ontdekkend laten leren. Daarnaast hoopt de organisatie dat ouders die in de bèta werken ook als rolmodel fungeren op basisscholen.

Niet alleen de ouders zijn essentieel om de kinderen voor techniek te interesseren. Uit het onderzoek blijkt dat hier ook een grote rol is weggelegd voor leraren. Zo blijkt dat onderwijzers die aangeven onzeker te zijn over hoe ze wetenschap en technologie onderwijzen, meer kinderen in de klas hebben die de lessen lastiger vinden. Vooral juffen zouden zeggen onzeker te zijn, terwijl dit de grootste groep is die voor de klas staat in het basisonderwijs. “Als leerkrachten zeggen meer plezier te hebben in wetenschap en technologie, vinden de leerlingen zichzelf ook meer geschikt voor die sector”, aldus onderzoeker Annemarie van Langen van KBA Nijmegen.

Voor het onderzoek hebben ruim 2700 leerlingen uit de bovenbouw van het basisonderwijs vragen ingevuld over hoe moeilijk ze wetenschap en technologie vinden en hoeveel plezier ze er in hebben. Verder beoordeelden 300 leerkrachten stellingen over het lesgeven in dat vak.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids