In dunbevolkte gebieden is het vaak moeilijk om én een school voor openbaar onderwijs, én een voor bijzonder onderwijs overeind te houden. In de praktijk gaan die scholen dan een informele samenwerking aan, waarbij een openbare school op informele basis ook het christelijk onderwijs voor zijn rekening neemt, of andersom. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs verdedigt zijn wetsvoorstel om een fusie tussen een bijzondere en een openbare school makkelijker te maken. De christelijke fracties blijven tegen. Dat meldt de Tweede Kamer.
De wet maakt officiële samenwerking al mogelijk, maar die is aan zo veel voorwaarden verbonden, dat de meeste scholen op dit moment kiezen voor informele samenwerking. Om rechten van ouders en scholen beter te regelen, wil Dekker de totstandkoming van een officiële samenwerkingsschool eenvoudiger maken.
Ypma (PvdA) is erg blij met het wetsvoorstel. Door de informele samenwerking te formaliseren, wordt het in krimpgebieden volgens haar eenvoudiger een krachtige dorpsschool open te houden. Van Meenen (D66) en Van Dijk (SP) gaat het wetsvoorstel eigenlijk niet ver genoeg. Zij willen dat de samenwerkingsschool eigenlijk een soort "derde variant" wordt, naast het openbaar en het bijzonder onderwijs.
Rog (CDA) en Bisschop (SGP) vinden dat een fusie tussen een bijzondere en een openbare school juist te gemakkelijk wordt. Volgens hen druist het wetsvoorstel in tegen de Grondwet. Want in een samenwerkingsschool is ook de overheid in het bestuur vertegenwoordigd. Die krijgt zo zeggenschap over bijzonder onderwijs.
Dekker ontkent dat de overheid zeggenschap krijgt over levensbeschouwelijk onderwijs. Om dat te voorkomen heeft hij in zijn wetsvoorstel opgenomen dat niet het bestuur van de school besluiten neemt over het levensbeschouwelijk of openbaar karakter van het onderwijs, maar een identiteitscommissie binnen de school. Daarin regelen ouders en leraren samen deze kwesties. Die identiteitscommissie wordt volgens de staatssecretaris "het hart en het geweten" van de samenwerkingsschool.
Bruins (ChristenUnie) vraagt zich af of samenwerkingsscholen de mogelijkheid houden om personeel te benoemen op basis van de grondslag van het bijzonder onderwijs. Dat is volgens de staatssecretaris het geval. Als een samenwerkingsschool bijvoorbeeld behoefte heeft aan een katholieke leraar binnen het team, mag dat een rol spelen bij het aannamebeleid van de samenwerkingsschool.
De Kamer sprak eerder op 14 december over het wetsvoorstel. Op 22 december vinden de stemmingen plaats.