Steeds minder mensen roken, maar de verschillen in rookgedrag tussen mensen met verschillend opleidingsniveau worden steeds groter. Waar het aandeel rokers onder hoogopgeleiden sinds 1989 bijna is gehalveerd, daalde dit minder hard onder laagopgeleiden. Ook roken laagopgeleiden vaker dagelijks en zijn zij vaker zware rokers dan hoogopgeleiden. De cijfers blijken uit de laatste cijfers uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor van het CBS, in samenwerking met het RIVM en Trimbos-instituut. Dat meldt het CBS.
Het aandeel mensen van 25 jaar of ouder dat zegt te roken daalt al decennia. Het nam af van 38 procent in 1989 naar 24 procent vorig jaar. Die daling verloopt echter niet overal op dezelfde manier. Rookgedrag hangt onder meer samen met opleiding. Onder hoogopgeleiden bevinden zich minder rokers dan onder laagopgeleiden. Rond 1990 rookte 38 procent van de laagopgeleiden, 40 procent van de middelbaar opgeleiden en 34 procent van de hoogopgeleiden. Een kwart eeuw later rookte nog 28 procent van de laag-, 26 procent van de middelbaar- en 18 procent van de hoogopgeleiden. Onder de hoogopgeleiden is het aandeel rokers dus sterker gedaald dan onder de laag en middelbaar opgeleiden. Het verschil in het aandeel rokers tussen hoogopgeleiden enerzijds en middelbaar en laagopgeleiden anderzijds is daarmee in de loop der jaren groter geworden.
In 2016 liep het aandeel rokers uiteen van 31 procent van de mensen met het laagste opleidingsniveau (ten hoogste basisonderwijs) tot 13 procent van de mensen met een universitaire opleiding. Ruim een derde van de 25-plussers heeft eerder wel gerookt, maar is inmiddels gestopt. Dit aandeel ex-rokers verschilt nauwelijks per opleidingsniveau. Het percentage mensen dat nooit heeft gerookt verschilt daarentegen wel voor de verschillende opleidingsniveaus: meer dan de helft van de hoogst opgeleiden (universitair) heeft nooit gerookt, tegenover ruim een derde van de laagopgeleiden.
Laagopgeleiden roken niet alleen vaker dan hoogopgeleiden, zij zijn gemiddeld genomen ook de stevigste rokers. Van de laagopgeleide rokers rookt de overgrote meerderheid dagelijks (87 procent). Bij de rokers met een universitaire opleiding is dat minder dan de helft. Ook zwaar roken (minstens twintig sigaretten per dag) komt meer voor onder lager opgeleiden. Zeven procent van de laagst opgeleiden is een zware roker, terwijl zwaar roken onder de hoogst opgeleiden nauwelijks voorkomt.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids