De Van Ostadeschool start in oktober met de speciale peuterklas. Het gaat daarbij vooral om peuters die thuis geen of niet voldoende Nederlands leren. Met deze groep wordt gewerkt aan de sociale vaardigheden en aan het wegwerken van taalachterstanden. Een brede ontwikkeling is namelijk van groot belang voor de ontwikkeling van de hersenen.

Volgens directeur Renald Gunsch hebben kinderen uit de Haagse Schilderswijk vaak niet zo’n brede ontwikkeling. Door peuters al op 2-jarige leeftijd naar de speciale klas op de basisschool te sturen hoopt hij dat zij, wanneer ze kleuter zijn, een betere aansluiting vinden op de basisschool. Het lesprogramma voor de peuters op de Van Ostadeschool sluit namelijk aan bij het programma voor de andere groepen op de school.

Peuters in Den Haag die een taalachterstand hebben worden nu vaak op een voorschool voorbereid op de basisschool.  Het verschil met de Van Ostadeschool is dat er op voorscholen niet altijd ruimte is voor individuele begeleiding. Ook staat volgens Gunsch de betrokkenheid van ouders hoog in het vaandel. Zo leert de school ouders bijvoorbeeld hoe zij, met het oog op de ontwikkeling van het kind, met hun kinderen kunnen spelen.

De groepen op de peuterschool zullen bestaan uit maximaal zestien leerlingen die tussen de 2,5 en 4 jaar oud zijn. De bedoeling is dat zij vier tot  vijf ochtenden in de week les krijgen. Het project wordt eerst drie jaar uitgevoerd. De gemeente Den Haag heeft per jaar een subsidie van 60.000 euro toegekend. Bij succes kan het experiment worden verlengd, zo hoopt de directeur van de Van Ostadeschool. Wellicht dat er dan ook andere basisscholen zijn in Nederland die peuters verwelkomen. Staatssecretaris Dekker heeft onlangs namelijk al aangegeven dat deze soepelere regels dan ook voor andere scholen mogelijk worden.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids