De Rotterdamse Schoolvereniging richt zich met haar twee vestigingen in Rotterdam op de slimmere leerlingen. Daarbij hanteert de vereniging een streng toelatingsbeleid. Volgens Onderwijsadvocaat Sanne Kruithof gaat de school daarin te ver. 

 

Nieuwe leerlingen moeten op de school bijvoorbeeld eerst een proefles volgen. De proefles kan resulteren in een toelating of een weigering, volgens de school. De school stelt verder vooral leerlingen toe te willen laten die ‘het best gedijen in het schoolconcept’. Volgens de Onderwijsinspectie is het niet mogelijk om op grond van een niet-passend pedagogisch-didactisch concept een leerling te weigeren. Daarnaast hanteert de school een eigen bijdrage van 760 euro tegen gemiddeld 50 euro bij andere scholen.

 

Het beleid werpt zijn vruchten af: de gemiddelde cito-scores van de leerlingen zijn al jaren extreem hoog en meer dan de helft van de kinderen krijgt vwo-advies. Uit het schoolondersteuningprofiel dat op de website van de school staat valt op te maken dat de vestiging Zuid in het schooljaar 2014/2015 welgeteld 9 zorgleerlingen herbergde op een toaal van 193 leerlingen. 

 

De Monitor deed onderzoek naar der school vanwege het verhaal van een moeder die voor haar dochter een school wilde uitzoeken met zo weinig mogelijk zorgleerlingen, zodat de leraar voldoende aandacht kon geven aan haar kind. Zij kwam bij de Rotterdamse Schoolvereniging terecht.

 

Met de invoering van de Wet passend onderwijs in 2014 kregen scholen een zorgplicht. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, zoals kinderen met gedragsproblemen, een handicap of autisme, moeten zoveel mogelijk naar een gewone basisschool. Maar 99 procent van de leraren zegt daar te weinig tijd voor te hebben, zo bleek uit eerder onderzoek van De Monitor.