Basisschoolleerlingen ondervinden geen hinder van het leren van Engels vanaf groep 1 in vergelijking met leerlingen die later met Engels starten. Dat blijkt uit onderzoek van KBA Nijmegen en Expertisecentrum Nederlands naar de effecten van vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto). Dit meldt Nuffic.
NOG
'Op jonge leeftijd Engels leren gaat niet ten koste van Nederlands'
-Sinds 1 januari 2016 mogen basisscholen maximaal 15 procent van de onderwijstijd in het Engels, Frans of Duits geven. Naar schatting bieden 1400 basisscholen kinderen vanaf groep 1 een deel van het onderwijs in een andere taal dan Nederlands aan. Van deze scholen kiest 90 procent voor Engels, de overige 10 procent biedt (ook) Duits of Frans aan. De meeste scholen doen dat als apart vak. Maar de vreemde taal wordt ook gebruikt in dagelijkse activiteiten of in vakken zoals muziek, gym, aardrijkskunde en geschiedenis.
Rondom de invoer van de wet was er enige bezorgdheid over mogelijk negatieve gevolgen van vvto voor leerlingen. Het onderzoek ‘Zicht op vroeg vreemdetalenonderwijs’ van KBA Nijmegen en Expertisecentrum Nederlands laat nu zien dat er van een negatief verband tussen vvto en deze 2 aspecten geen sprake is. Uit de analyse van de onderzoekers blijkt dat de beheersing van het Nederlands niet lijdt onder het krijgen van les in een vreemde taal. De onderzoekers vergeleken daarvoor de resultaten van leerlingen uit groep 5, waarvan de ene groep wel en de andere geen vreemde taal kreeg aangeboden. Leerlingen op vvto-scholen behalen zelfs significant hogere scores op 4 van de 5 verplichte Nederlandse taaltoetsen dan de landelijke norm, nadat gecorrigeerd is voor verschillen in leerlingenpopulaties.
Aandacht voor de didactische vaardigheden en taalvaardigheid van leerkrachten blijft wel noodzakelijk. De vvto-standaard beveelt het niveau B2 van het Europees Referentiekader aan. Het onderzoek laat zien dat veel scholen niet goed kunnen aangeven welk niveau de leerkrachten hebben, en dat slechts van 1 op de 5 groepsleerkrachten bekend is dat ze tenminste aan niveau B2 voldoen. Ruim 60 procent van de vvto-scholen geeft echter aan dat de groepsleerkrachten wel specifieke scholing hebben gevolgd, bijvoorbeeld met Classroom English. Dit kan erop wijzen dat het mogelijk beter is gesteld met de taalvaardigheid van de docenten dan de resultaten op het eerste gezicht doen vermoeden.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids