Vandaag vindt de Grote Rekendag weer plaats. Dit jaar is het thema ‘De school als pakhuis’. Met inmiddels een zestiende editie heeft de Grote Rekendag een vaste plaats veroverd in het rekenonderwijs van veel basisscholen. Hoog tijd dus om even stil te staan bij deze unieke dag.
NOG
De Grote Rekendag als voorbeeld voor onderwijs van morgen
-De Grote Rekendag kende 16 jaar geleden de eerste aftrap in de vorm van een pilot, georganiseerd door het Freudenthal Instituut van de Universiteit Utrecht. Met een beperkt aantal basisscholen is toen gekeken of de opdrachten die gekoppeld waren aan het thema ‘Kijkmeetkunde en meten’ geschikt waren voor zowel leerlingen als leraren. Dat resulteerde het jaar erop in een 2e Grote Rekendag onder hetzelfde thema.
Sinds 2003 zijn al vele uiteenlopende onderwerpen aan de orde geweest, zoals ‘Tijd’, ‘Geld’, maar ook ‘Al 10 jaar beestachtig leuk!’ en ‘Pretpark’. Voor de verschillende basisschoolgroepen zijn jaarlijks diverse opdrachten beschikbaar binnen het jaarthema. Naarmate de jaren verstreken, werd het beschikbare materiaal steeds uitgebreider.
Vanaf 2014 werd Malmberg de uitgever achter de Grote Rekendag. Het schrijversteam werd ondersteund vanuit Onderwijsadvies en Training van de Universiteit Utrecht. Alle materialen worden nu jaarlijks in boekvorm uitgebracht. Deze lesmaterialen zijn samengesteld door projectleider van de Grote Rekendag Ronald Keijzer, en daarnaast rekenonderzoeker aan de Universiteit Utrecht.
De Grote Rekendag is voor alle basisscholen in Nederland en Vlaanderen. De hele school doet mee: er zijn activiteiten voor groep 1 tot en met 8. Bij de keuze van thema's wordt gekeken of het een aanvulling is op wat in de rekenboeken al wordt aangeboden. De inhoud van de thema’s komt overeen met de kerndoelen rekenen van het basisonderwijs, maar er is meer ruimte voor afwijkende werkvormen en zelf ontdekken.
De Grote Rekendag wil laten zien dat leerlingen ook in het reken/wiskundeonderwijs op onderzoek kunnen gaan. Daarnaast is een doel dat leraren en leerlingen plezier beleven aan rekenen. Want rekenen is niet alleen maar kaal en saai sommetjes maken. Freudenthal (1984) benadrukte 'wiskunde als menselijke activiteit'. Freudenthal was van mening dat leerlingen niet beschouwd moeten worden als passieve consumenten van kant-en-klare wiskunde, maar dat het onderwijs de leerlingen de kans moet bieden om zelf wiskunde uit te vinden. Bijvoorbeeld door tijdens de rekenles regelmatig buiten het klaslokaal op ontdekkingstocht te gaan. Uit evaluatie van de Grote Rekendag over de afgelopen jaren blijkt dat leerkrachten dit een mooie aanvulling vinden op het standaard aanbod
Projectleider Keijzer ziet de Grote Rekendag als een accentverschuiving in het reken/wiskundeonderwijs. “Met de Grote Rekendag willen we laten zien dat reken/wiskundeonderwijs anders kan. Dat het kind zelf ontdekkingen kan doen en zelf aan het denken wordt gezet. Ik denk dat dit het onderwijs van morgen is.” Keijzer ziet hierin een grote rol weggelegd voor de ontwikkelteams die bezig gaan met de curriculumherziening in het primair en voorgezet onderwijs. Onder andere voor het leergebied Rekenen & Wiskunde gaat een ontwikkelteam, bestaande uit leraren en schoolleiders uit het primair en voortgezet onderwijs, onderzoeken wat leerlingen zouden moeten kennen en kunnen en uiteindelijk wat er tot het onderwijscurriculum zou moeten behoren.
De laatste jaren is het rekenonderwijs veelvuldig in het nieuws geweest. In 2010 is de wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in werking getreden. Het doel van de in de wet beschreven referentieniveaus is het verbeteren van de taal- en rekenvaardigheden bij scholieren. Om dit te toetsen is in het schooljaar 2013/2014 de rekentoets ingevoerd voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs. Op deze rekentoets kwam echter veel kritiek. De toets is in het leven geroepen om het rekenniveau van scholieren te verhogen, waarbij een voldoende voor de toets noodzakelijk was voor het behalen van het diploma. Veel scholieren hadden echter grote moeite om een voldoende te scoren. De plannen van het nieuwe kabinet zijn om vanaf schooljaar 2019/2020 een alternatieve toets in te voeren. Hoe de alternatieve toets eruit komt te zien, is nog niet bekend. Leerlingen blijven de huidige rekentoets tot 2019 nog wel maken, maar het resultaat telt niet meer mee voor het diploma.
Dit jaar hebben ongeveer 1300 basisscholen zich aangemeld om mee te doen aan de Grote Rekendag. Dat betekent dat zo’n 300.000 leerlingen vandaag aan de slag gaan met uitdagende rekenopdrachten. Daar zijn ruim 10.000 leerkrachten bij betrokken.
De kinderen gaan onder het thema ‘De school als pakhuis’ systematisch nadenken tijdens activiteiten zoals inventariseren, stapelen, verplaatsen en coderen. De leerlingen werken daarbij in verschillende leerstofdomeinen en krijgen uiteenlopende opdrachten. Groep 1 en 2 gaan bijvoorbeeld met wc-rollen en een schoenendoos in de weer. Hoe krijg je zoveel mogelijk rollen in een doos, zonder ze te pletten? Andere leerlingen berekenen en bekijken hoe ze alle schoolspullen in de klas in dozen krijgen, en hoe die dozen vervolgens het beste in een boedelbak gestapeld kunnen worden. Groep 7 en 8 gaan aan de slag met bijzondere verhuisdozen: aan hen wordt gevraagd om verhuisdozen te ontwerpen die spullen van afwijkende vormen het best kunnen bergen.
De nationale opening van de zestiende Grote Rekendag is op basisschool De Pijler in IJsselstein door voorzitter van de PO-Raad Rinda den Besten.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids