Hoewel de jaarcijfers voor het primair onderwijs over 2019 positief uit lijken te vallen, heeft de sector in werkelijkheid een negatief financieel resultaat geboekt van 130 miljoen euro. In de jaarcijfers over 2019, gepubliceerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), wordt ook geld meegenomen dat pas in 2020 uitgekeerd werd. Dit meldt de PO-Raad.
Het financiële resultaat van het primair onderwijs omvat de resultaten van alle schoolbesturen in Nederland. Afgaand op de jaarcijfers lijkt dit resultaat met 190 miljoen euro te zijn toegenomen, maar dit is niet volledig accuraat. In 2019 ontvingen de besturen geld dat ze pas vanaf 1 februari 2020 konden uitkeren aan medewerkers. Daardoor ligt het feitelijke financiële resultaat anders. Als de baten en lasten tegen elkaar worden weggestreept (190 miljoen euro minus 320 miljoen euro) hebben de schoolbesturen gezamenlijk een negatief resultaat van 130 miljoen euro geboekt.
Baten en lasten
Hoe zit dit dan precies? De baten van 320 miljoen euro bestaan uit twee delen: 170 miljoen euro voor de indexering van de personele bekostiging en 150 miljoen euro uit het convenant aanpak lerarentekort van 1 november 2019. Dit geld werd per 1 februari 2020 uitgekeerd aan medewerkers, zoals afgesproken in de nieuwe cao. De medewerkers kregen op dat moment naast een structurele loonsverhoging ook twee extra eenmalige uitkeringen. Door de jaarverslaggevingsvoorschriften kunnen de baten en lasten uit verschillende kalenderjaren niet tegen elkaar worden weggestreept. Daardoor staat de 320 miljoen euro in 2019 als inkomsten in het verslag, maar wordt dit bedrag in 2020 onder extra uitgaven geschaard. Hierdoor lijkt het resultaat in 2019 flink hoger uit te vallen dan daadwerkelijk het geval is.
Door: Nationale Onderwijsgids