In zijn visiebrief stelt demissionair minister Dijkgraaf (Onderwijs) dat het primair en voortgezet onderwijs moeite heeft met de afhankelijkheid van grote internationale techbedrijven."Het gebruik van hun producten mag niet ten koste gaan van de privacy van leerlingen", bepleit Dijkgraaf. Recentelijk heeft de minister nog besloten dat het onderwijs producten van Google mag blijven gebruiken. Dit meldt Security.
De minister gelooft dat de digitalisering een negatieve impact heeft op het onderwijs. "Het niet-educatief gebruik van mobiele telefoons leidt leerlingen steeds vaker of van de lesstof en verstoort de sociale interactie in de klas." Ook uit hij zorgen over de kosten, toegankelijkheid en kwaliteit van leermiddelen.
Verder zijn ook leraren en ouders ongerust over de waarborging van de privacy van leerling bij internationale techbedrijven, schrijft de minister in zijn brief.
Centrale rol
Dijkgraaf stelt dat digitalisering de positie van de leraar nooit moet ondermijnen. "Technologie zal de rol van de leraar nooit kunnen vervangen. Als het al zou kunnen, zou ik het niet willen." Volgens Dijkgraaf wordt er een plan gecreëerd met afspraken die de afhankelijkheid van techbedrijven moet beperken.
Cybersecurity
Terwijl de bron wordt aangepakt in het toekomstige plan, moet de privacy van leerlingen en scholen ook worden beschermd met behulp van cybersecurity. "Mede op verzoek van het onderwijsveld heeft OCW in kaart gebracht waaraan de digitale veiligheid van scholen moet voldoen. Het is van belang dat scholen aan dit normenkader voldoen hierbij met raad en daad ondersteund worden", schrijft de minister.
Jaarlijks wordt er al zes miljoen euro gestopt in de digitale veiligheid van het onderwijs door het ministerie van Onderwijs. In de loop van de het jaar begint de ontwikkeling van een CERT (Computer Emergency en Response Team) voor het funderend onderwijs. Met het CERT wordt een meldpunt gecreëerd waar scholen terecht kunnen bij cyberincidenten.
Door: Nationale Onderwijsgids / Marian van Reesch
