Een stressvolle thuissituatie heeft een sterke negatieve invloed op de leerprestaties van Nederlandse kinderen. Dertig procent van de kinderen ervaart thuis stress, vooral door financiële zorgen. In een gemiddelde klas van 23 zijn dat zeven kinderen. Die conclusies komen uit het jaarlijkse rapport ‘Kansenongelijkheid in Nederland’ van SEO Economisch Onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de ABN AMRO Foundation en het Jeugdeducatiefonds onder ruim vijfhonderd basisschoolleerkrachten van groep 5. Dat meldt ABN AMRO.
Op scholen waar kinderen gemiddeld meer stress ervaren, liggen de scores tijdens de eindtoets in groep 8 duidelijk lager. Leerkrachten noemen een stressvolle thuissituatie ook als de grootste belemmerende factor voor de ontwikkeling van jongere kinderen.
In een gezin met financiële zorgen
Dit jaar is voor het eerst onderzocht welke factoren bijdragen aan een stressvolle thuissituatie. Hieruit blijkt dat het in ruim een kwart van de gevallen gaat om financiële stress. In een gemiddelde klas van 23 kinderen betekent dit dat gemiddeld twee kinderen opgroeien in een gezin met financiële zorgen. Dit kan problemen omvatten zoals het niet kunnen voldoen van schoolbijdragen (in 30 procent van de gevallen) of het niet kunnen voorzien in basisbehoeften zoals ontbijt (25 procent).
Een stressvolle thuissituatie ontstaat ook door factoren die met zorg te maken hebben. Bijvoorbeeld doordat de zorg voor het gezin op de schouders van één ouder terechtkomt, of doordat het kind zorgtaken, zoals mantelzorg, op zich moet nemen. Ook is er geregeld sprake van een te klein sociaal netwerk om op terug te vallen of is de zorg, van bijvoorbeeld hulpinstanties, voor het gezin ontoereikend. Dit geldt voor de helft van de gezinnen die te maken hebben met een stressvolle thuissituatie (15 procent van totaal).
Schoolbijdragen
Als de stress bij kinderen voor een groot deel kan worden weggenomen, bijvoorbeeld in het voldoen van schoolbijdragen en het voorzien in primaire levensbehoeften, zoals ontbijt of een eigen bed, ontstaat er meer ruimte voor ontplooiing, zo toont het onderzoek aan. Hierdoor verbeteren de prestaties op school en wordt het uitstroomniveau en daarmee het latere inkomen van het kind hoger. Bij de eindscores op de basisschool is het inkomen van de ouders uiteindelijk het meest bepalend (80 procent).
Het onderzoek komt voort uit een samenwerking tussen de ABN AMRO Foundation en het Jeugdeducatiefonds, die een gezamenlijk doel nastreven. De ABN AMRO Foundation zet zich al ruim twintig jaar in voor kinderen die opgroeien in een minder kansrijke omgeving. Het Jeugdeducatiefonds helpt om de ontwikkelingskansen van kinderen die opgroeien vanuit een achterstand of in armoede te vergroten.
Stressvolle thuissituatie
“Er zitten in Nederland ongeveer 1,4 miljoen kinderen op de basisschool. Het is pijnlijk om te zien hoeveel van deze kinderen met een stressvolle thuissituatie te maken hebben. Zeker als je bedenkt dat het om gemiddelden gaat. Sommige klassen bestaan bijna volledig uit kinderen die thuis te maken hebben met geldzorgen, geweld of gebrek aan passende zorg,” zegt Hans Spekman, directeur van het Jeugdeducatiefonds. “We moeten daarom ongelijk investeren om gelijke kansen voor alle kinderen te realiseren. Bijvoorbeeld door het aanbieden van schoolmaaltijden en passende zorg voor wie het nodig heeft. Alleen zo hebben kinderen die in armoede opgroeien dezelfde kansen om zich maximaal te ontwikkelen als kinderen met rijke(re) ouders.”
Ook Robert Swaak, CEO van ABN AMRO, maakt zich zorgen over de uitkomsten van het onderzoek: “Kinderen verdienen gelijke kansen, ongeacht hun achtergrond. Dit onderzoek toont opnieuw aan hoe belangrijk het is dat ze een juiste basis hebben, zoals een goed ontbijt, een eigen bed en een fiets. Veel te vaak is daar geen sprake van, daarin hebben we nog een lange weg te gaan. In plaats van zich zorgen te maken zouden deze kinderen moeten kunnen dromen van een mooie toekomst en ontdekken waar hun passie ligt.”
Door: Nationale Onderwijsgids