Spreekbeurt: ‘Media is heel mooi, als je het maar op de juiste manier gebruikt’

Deel 1 van het podcastgesprek met Svenja Büttner over de invloed van media op kinderen en jongeren kon je gisteren al lezen op de Nationale Onderwijsgids. Vandaag gaan we het hebben over de app die het lectoraat Jeugd en Media van hogeschool Windesheim heeft ontworpen voor jongeren met een beperking.

De naam van de app is ‘nep-echte app’. Het is een app die mensen met een licht verstandelijke beperking helpt met online-informatie te herkennen als nep of echt. De app biedt ondersteuning bij het inschatten van de echtheid van informatie die online staat. 

In de app staan er concrete voorbeelden van phishing-berichten, inclusief betaallink of een mooie aanbieding. “Het is voor mensen met een licht verstandelijke beperking heel goed om concreet te kunnen zien hoe dat er bij hen uitziet. Op die manier kunnen ze straks nepberichten in het ‘echt’ herkennen”, aldus Svenja. In de app staat niet of het ook daadwerkelijk echt of nep is, want tegenwoordig is de technologie zo goed dat je in het ‘echt’ ook slecht kan zien of het nep is of niet. “De fouten die in mails stonden zijn inmiddels zo goed als verdwenen.” 

Stoplicht 

De app werkt met een zogenoemd stoplicht. Dat is ook voor mensen met een verstandelijke beperking heel duidelijk. “Staat het licht grotendeels op groen, dan is het waarschijnlijk echt. Wordt het oranje? Let dan goed op.” Vervolgens geeft de app tips voor extra controles. Bijvoorbeeld even op de website kijken hoe die eruitziet. “Als het stoplicht op rood staat dan is het fout.” 

De reacties op de app zijn vooral positief. Jongeren kunnen de app zelfstandig gebruiken, maar als ouder of als begeleider kan je ook samen de app doornemen. Datzelfde geldt voor een klas in het speciaal onderwijs. Daar is de app ook al uitgeprobeerd. “Tegelijkertijd zien we wel dat het een app is. Hij staat in de grote hoeveelheid van apps op je telefoon. En mensen met een licht verstandelijke beperking hebben moeite met het onthouden van informatie en met het automatiseren van nieuw aangeboden kennis en vaardigheden.”  Toen de onderzoekers weer teruggingen naar de scholen voor speciaal onderwijs, gaven sommige jongeren aan dat ze app eigenlijk al vergeten waren. “Dat heeft ons ook inzicht gegeven in hoe belangrijk het is dat een docent,ouder of ambulant begeleider, daar structureel aandacht aan besteedt.” 

De app staat momenteel nog steeds in de App Store, maar is ‘under-construction’. De bèta-versie van de app gaat het lectoraat laten adopteren door Media Jungle. “Dat is een platform dat heel veel mooie educatieve tools biedt voor mensen met een licht verstandelijke beperking en hun ondersteuners. Wij zijn ook maar een onderzoeksafdeling. Wij kunnen niet duurzaam digitale tools ontwikkelen, onderhouden en updaten.”  Vandaar dat Media Jungle de app gaat overnemen en in hun aanbod opnemen. 

Online daten

Momenteel is online daten een hot item. Ook voor mensen met een verstandelijke beperking verschijnen er steeds meer datingapps. Maar dat gaat regelmatig mis. “Dan matchen ze bijvoorbeeld met iemand die niet bestaat. Wat ook veel voorkomt is dat mensen met de verkeerde intenties contact leggen met mensen met een verstandelijke beperking en dat ze dan net doen alsof ze ook bij de doelgroep horen. Maar eigenlijk zijn dat een soort van loverboys.”

Er bestaan ook jongeren die niet makkelijk ergens een aansluiting vinden en die gevoelig zijn voor bevestiging en positieve complimentjes. Die worden sneller verliefd en dat is eigenlijk niet handig. “Het is belangrijk dat als er een nieuw platform ontstaat je daar ook gelijk weer passende tips voor geeft aan deze doelgroep.”

Svenja geeft als voorbeeld de Omegle app. Online kon je daar spontaan videobeelden delen, maar je kon niet uitkiezen met wie. Er zat een soort van speeddate-achtige functie in. “Als jongere kon je op die app een account aanmaken, maar het kon ook zo zijn dat je een vieze ouwe man in beeld aantrof. Dan doe je dus een hele vervelende ervaring op.”  De app is er dus eigenlijk vooral vóórdat er problemen of vragen komen. Dat er al standaard aandacht besteed wordt aan mediaopvoeding en het vergroten van bewustzijn wat betreft media.

Mediaopvoeding 

Dit begint dus eigenlijk bij de ouders, maar ook bij docenten. “Voordat kinderen naar school gaan, kijken de meesten al televisie, luisteren ze naar luisterboeken, mogen ze de smartphone van papa of mama gebruiken. Dus daar begint het zeker.” In de puberleeftijd zie je dat de leerkracht het allemaal een beetje overkomt, want zij komen uit een hele andere generatie. “Het is voor de docent net een stap te ver.” Jongeren, ook jongeren met een lichtverstandelijke beperking, zijn veel handiger in het bedienen van de knoppen. “Ze weten precies hoe het allemaal werkt.” 

Opleiding Social Media, jeugd- en mediacoach 

Hogeschool Windesheim biedt voor beroepskrachten in het onderwijs, zorg, welzijn en educatie een opleiding aan. Deze heet Social Media, jeugd- en mediacoach. Ook de minor, Children & Media, is er voor studenten die een bacheloropleiding social work of pedagogiek volgen. “We ontwikkelen in onze projecten ook tools die meteen in de praktijk en ook in de opleiding direct ingezet kunnen worden.”

Beroepskrachten kunnen ook gebruikmaken van de gesprekswijzer Mediadiamant van het netwerk Mediawijsheid. Daarmee kunnen bijvoorbeeld leerkrachten in gesprek met ouders over hoe ze ervoor kunnen zorgen dat het mediagebruik van kinderen in goede banen wordt geleid. “Wij hebben veel producten gemaakt, maar die zijn voor ouders vaak lastig te vinden. Daarom is het belangrijk dat beroepskrachten goed weten wat de juiste informatie is en welke tools gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek.”

Digitaal inclusieve maatschappij 

Het lectoraat Jeugd & Media hoopt dan ook dat er een soort bewustwording ontstaat bij ICT developers. “Wij streven naar een digitaal inclusieve maatschappij, waar iedereen het recht heeft om naar wens en vermogen deel te nemen. We moeten een omslag maken in onze houding. Inclusief onderwijs, passend onderwijs, dat is een tijdje geleden geïntroduceerd. Wij vinden het heel belangrijk dat iedereen kan meedoen in het reguliere onderwijs. Leerkrachten moeten daarvoor ook de juiste informatie krijgen. We organiseren het onderwijs zo dat kinderen zo lang mogelijk op school kunnen blijven in een omgeving waarin ze opgroeien en ook hun vriendjes wonen.”

Media heeft twee kanten, zo besluit Svenja. “Social media is hartstikke mooi, maar aan de andere kant moet er ook nog heel veel gebeuren als we willen dat iedereen media op de juiste manier gebruikt.”

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk