In het nieuwe inburgeringsstelsel zorgen gemeenten ervoor dat nieuwkomers zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren en aan het werk gaan. Meedoen is immers de beste weg naar een succesvolle inburgering. Daarbij zullen maatwerk en snelheid centraal staan. Dat schrijft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer. Zijn concept-wetsvoorstel gaat gelijktijdig in consultatie. Dit meldt Rijksoverheid.
NOG
Maatwerk en snelheid centraal in nieuw inburgeringsstelsel
-Voor een goede start van de inburgering kunnen gemeenten straks, conform het regeerakkoord, al op het asielzoekerscentrum beginnen met het inburgeringstraject. Ook gaan gemeenten de eerste zes maanden de huur, zorgverzekering en rekeningen voor gas, water en licht vanuit de bijstand betalen. Deze begeleiding moet zorgen voor rust en stabiliteit bij het begin van de inburgering.
Het kabinet wil dat statushouders snel een persoonlijk inburgeringsaanbod op maat krijgen. Gemeenten worden daartoe wettelijk verplicht. Dat wordt vastgelegd in een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP). Het blijft de verantwoordelijkheid van nieuwkomers om binnen de termijn van drie jaar te voldoen aan de inburgeringsplicht.
In het nieuwe stelsel combineren inburgeraars taallessen met (vrijwilligers)werk of stage. De norm voor het taalniveau gaat in de nieuwe situatie omhoog, van A2 naar B1. Jonge inburgeraars (tot 28 jaar) kunnen een andere route volgen: zij krijgen intensieve taallessen en volgen tegelijkertijd vakken als rekenen, Engels en studievaardigheden. Het doel is dat zij in gemiddeld anderhalf jaar de inburgering afronden en instromen in het vervolgonderwijs. Tot slot is er een kleine groep inburgeraars voor wie deze twee routes allebei niet haalbaar zijn. Zij gaan in het nieuwe stelsel meer tijd besteden aan het leren van de taal, zelfredzaamheid en participatie in de samenleving.
Naast de taaltrajecten gaan alle inburgeraars meer tijd besteden aan het actief kennismaken met de lokale arbeidsmarkt. Daarnaast zullen ze meer en vaker in de praktijk in aanraking komen met Nederlandse kernwaarden zoals gelijkheid en vrijheid van meningsuiting.
Het kabinet streeft ernaar om het wetsvoorstel na de zomer naar de Raad van State te sturen en daarna naar de Tweede Kamer. De wet moet 1 januari 2021 ingaan.
Door: Nationale Onderwijsgids