De verkeerstuin in het Utrechtse Park Transwijk is een goede leerschool voor beginnende verkeersdeelnemers. In de tuin zijn er verschillende rotondes, een werkende spoorwegovergang, verkeerslichten en natuurlijk verkeersborden te vinden. Schoolklassen nemen jaarlijks plaats in de trapauto’s voor verkeerslessen, maar ook vluchtelingen die een fietscursus volgen komen terecht in de tuin. Maar daar komt misschien wel een einde aan. Dat meldt de NOS.
De gemeente Utrecht wil namelijk stoppen met het subsidiëren van de tuin. “Scholen geven verkeerslessen in de klas, maar als de klassen dan hier komen vinden ze dat vaak een mooie aanvulling”, aldus coördinator Astrid van Maarseveen. Voor kinderen, maar ook voor mensen met een handicap, is deze tuin een prettige omgeving om in te oefenen, zo stelt zij.
Meerdere verkeerstuinen hebben de laatste jaren hun deuren gesloten. Dat begon bij het Verkeerspark in Assen. Vorig jaar stopte ook de verkeerstuin in Drachten met het uitvoeren van de verkeersexamens. Er waren te weinig vrijwilligers beschikbaar en de inkomsten liepen terug.
Kinderen verkeersregels leren
Koos Moroz, vroeger hoofdinspecteur bij de Utrechtse politie, probeert in de verkeerstuin kinderen de verkeersregels te leren. “Soms moet je ze twintig keer hetzelfde vertellen, maar er blijft altijd wel iets hangen.” Moroz vindt de verkeerslessen nodig, want tegenwoordig worden kinderen overal met de auto of bakfiets naartoe gebracht. “Daar leer je niets van.”
Scholen om een bijdrage vragen
Stichting Verkeerstuin Utrecht ontvangt jaarlijks 40.000 euro subsidie. Maar deze bijdrage gaat binnenkort stoppen. Geld aan de scholen en anders bezoekers vragen vindt coördinator Maarseveen maar lastig. Scholen wordt wel gevraagd een laagdrempelige bijdrage te betalen, maar Van Maarseveen wil niemand uitsluiten voor het volgen van verkeerslessen. “Als de subsidie verdwijnt hebben wij een goede financiële partner nodig. Anders haken scholen en deelnemers waarschijnlijk af vanwege een te hoge bijdrage.”
De verkeerstuin blijft ondertussen met de gemeente in gesprek over een oplossing.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk