(Novum) - De stijging van de cao-lonen is in het derde kwartaal met 1,2 procent iets lager uitgekomen dan in de voorgaande kwartalen. De loonstijging bedroeg hierdoor opnieuw meer dan de helft minder dan de inflatie, die tussen juni en augustus gemiddeld 2,8 procent bedroeg. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag bekendgemaakt.
De cao-loonstijging verschilt wel per sector. Zo stegen de lonen in de sector vervoer en communicatie met gemiddeld 1,9 procent. In de kwakkelende bouwsector kregen werknemers er gemiddeld 0,8 procent bij.
De loonkosten voor werkgevers namen in het derde kwartaal met 1,7 procent toe. Behalve de cao-lonen komen daar werkgeverspremies bij voor onder meer pensioen, werkloosheid en ziektekosten. Dat de loonkosten harder stegen dan de cao-lonen komt volgens het CBS doordat de premies voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ziektekosten zijn verhoogd.
Als sinds het tweede kwartaal van 2010 is sprake van een vrijwel gelijke loonstijging in cao's. De stijging schommelde in die drie jaar tussen de een en anderhalf procent. Sinds de eeuwwisseling is een dergelijke periode van stabiliteit niet voorgekomen, stelt het statistiekbureau.
In die drie jaar is de loonstijging wel flink achtergebleven op de inflatie. Aan het eind van het derde kwartaal lagen de consumentenprijzen 8,1 procent hoger dan drie jaar eerder. De cao-lonen stegen in die tijd met 3,9 procent. Leraren leverden het meeste in. Zij zitten al drie jaar op een nullijn.