De werkgevers in de overheidssector en de kleine bonden hebben negatief gereageerd op het ultimatum dat de FNV hen gesteld had. Deze partijen hadden tot gisterochtend 10.00 uur de tijd om het loonvoorstel voor het overheidspersoneel van tafel te halen. Aangezien dit niet is gebeurd, maakt de FNV definitief de gang naar de rechter. Op welke termijn dit gaat gebeuren en bij welke rechtbank is nu nog onbekend. Dat meldt FNV.
De FNV heeft aangegeven dat het wat de vakbond betreft een spoedeisende zaak is en dat deze op de kortst mogelijke termijn dient te worden behandeld. Ton Heerts, voorzitter FNV, zegt over het kort geding: “Door dit loonvoorstel worden 2,8 miljoen mensen hard geraakt in hun pensioen. En dit terwijl er onzorgvuldig is gehandeld bij het afspreken hiervan. Er is immers geen open en reëel overleg gevoerd. De uitslag van dit kort geding is echt heel belangrijk en we zien het met veel vertrouwen tegemoet.”
Het loonvoorstel voor overheidspersoneel is afgesproken tussen een aantal kleinere vakbonden en werkgevers in de overheidssector. Het kabinet stelde dwingende voorwaarden om in onderhandeling te gaan, zoals een verslechtering van het ABP-pensioen. Voor jongeren kan dit oplopen tot wel 15 procent. Dat staat gelijk aan twee jaar langer doorwerken. Het overheidspersoneel betaalt dus in belangrijke mate zijn eigen loonsverhoging. Deze loonsverhoging verslechtert het ABP-pensioen van 2,8 miljoen mensen. De FNV heeft daarom als grootste vakbond voor het overheidspersoneel, met 60 procent van de georganiseerde leden in de overheidssector, dit voorstel niet ondertekend.
© Nationale Onderwijsgids