Scholen in het voortgezet onderwijs hebben de extra 65 miljoen euro die zij eind 2013 eenmalig ontvingen, ingezet voor het behouden en aannemen van jonge leraren. Dat blijkt uit een onderzoek van de VO Raad waaraan 151 schoolbesturen deelnamen, die samen bijna 60 procenten van de sector vertegenwoordigen. Dit meldt de sectororganisatie voor voortgezet onderwijs VO Raad.
Eind 2013 kwam eenmalig 65 miljoen euro beschikbaar voor het behoud en aannemen van jonge docenten (maximaal 30 jaar oud) in het voortgezet onderwijs. De Tweede Kamer stelde dit voorjaar vragen over de besteding van dit geld. Uit onderzoek van de VO Raad blijkt dat middelbare scholen de middelen voor dit doel hebben ingezet. De 151 schoolbesturen die aan het onderzoek deelnamen hebben met de extra middelen in het schooljaar 2014-2015 in totaal 1156 (fte) nieuwe jonge docenten aangenomen en 621(fte) jonge docenten in dienst kunnen houden. Deze scholen vertegenwoordigen samen bijna 60 procent van de sector. De verwachting was dat de vo-sector in zijn geheel van dit geld in totaal 1200 jonge docenten aan zou nemen of behouden.
De reden dat dit hoger uitvalt, is naar verwachting de eenmalige investering van 217 miljoen euro uit het Herfstakkoord. Uit eerder onderzoek van de VO Raad bleek dat scholen ook dit geld deels ingezet hebben voor het aannemen en behouden van docenten. Na jaren van bezuinigingen was het geld nodig om docenten voor het schooljaar 2014-2015 te kunnen behouden en zo grotere klassen en verschraling van het vakkenaanbod tegen te gaan. Het binnenboord houden van jonge docenten is daarnaast belangrijk voor scholen om te kunnen anticiperen op knelpunten door een grote uitstroom van docenten door de ‘grijze golf’, en om ruimte te creëren voor onderwijsontwikkeling.
© Nationale Onderwijsgids
