Personeel dat niet in loondienst is bedraagt in het primair en het voortgezet onderwijs bijna 4 procent van de totale personeelslasten. Dat meldt minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mede namens Dennis Wiersma in een brief aan de Tweede Kamer. Dat meldt VOS/ABB.
Van Gennip beantwoordt in de brief dat de uitgaven aan personeel dat niet in loondienst is, zoals zzp’ers, uitzendkrachten en mensen in een flexpool, in het primair onderwijs 3,8 procent en in het voortgezet onderwijs 3,9 procent van de totale personeelslasten bedragen. De minister geeft nog wel aan dat ze geen cijfers heeft van arbeidscontracten in de huiswerkbegeleiding.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk