Dennis Wiersma is nu exact één jaar minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs in het kabinet-Rutte IV. Gemakkelijk heeft Wiersma het niet gehad. Het niveau van het onderwijs moet in een rap tempo omhoog en Wiersma heeft ook nog eens te maken met een enorm lerarentekort. Vooral dat tekort moet snel opgelost worden. Dat meldt BNR.
Wiersma is, naast alle pittige dingen, ook erg trots als hij terugkijkt op 2022. En hij is dan met name trots op de leraren van de scholen. “Het is niet dat ik het in gang heb gezet, maar ik zie hoe hard er gewerkt wordt in het onderwijs. Met steeds minder mensen, een hoge werkdruk, veel vertraging bij leerlingen, grotere klaslokalen en dan toch je beste beentje voortzetten is heel pittig. Zelfs als leraren, zeker in de coronatijd, meer bezig zijn met organiseren dan met lesgeven.”
Wiersma vindt het heel bijzonder om daaraan mee te mogen werken. Hij wil de focus gaan verleggen naar ín de klas. Dat hij gaat helpen om het bordje van de leraren leger te maken en dat er meer collega’s omheen worden gezet. Ook is hij trots dat het salaris verhoogd is.
Personeelstekort
Wiersma realiseert zich wel dat er nog meer moet gebeuren en dan zeker op het gebied van personeel. Momenteel is er in Nederland een tekort van meer dan 9.000 leraren in het basisonderwijs en 1.700 in het voortgezet onderwijs. Het onderwijs moet, volgens Wiersma, nog aantrekkelijker worden gemaakt. “Mensen kiezen niet voor het onderwijs vanwege het salaris. Het gros kiest ervoor omdat ze zich realiseren hoe belangrijk het onderwijs is voor leerlingen en het de sleutel is tot de basis van je leven.”
Waardering
Het wordt voor leraren wel steeds ingewikkelder als de klassen nog groter groeien. Daarom vindt Wiersma dat er nog meer waardering moet worden uitgesproken. Niet alleen in financiële zin, maar ook dat het ook wordt laten zien aan de samenleving. Daarmee bedoelt Wiersma dat er niet alleen gezegd moet worden dat er waardering is voor het onderwijs, maar dat ze ook hun best gaan doen om andere mensen te interesseren voor het onderwijs.
Burgerparticipatie
Volgens Wiersma zou daarom burgerparticipatie een oplossing zijn. “Op de basisschool kunnen we best een keer bijspringen bij het voorlezen, of iets uit handen nemen van de leraar. Het zou heel goed zijn als we met zijn allen ons best doen om op scholen te helpen. Niet om onszelf op te dringen, maar we kunnen heus een keer vragen waar er iets gedaan kan worden. Dat gebeurt al op veel scholen, maar het wordt niet vanzelf gemakkelijker. We moeten met zijn allen onze schouders eronder zetten.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk