Mensen met betaald werk, met name met een vast contract, hebben het vaakst een koophuis vanaf het moment dat ze hun opleiding verlaten. Bijna 60 procent van de schoolverlaters had zeven jaar na het stoppen met of afronden van hun opleiding een vast contract met een eigen woning, tegenover 41 procent met een flexibel contract en 43 procent van de zelfstandigen. Samenwonende schoolverlaters hebben zeven jaar na het stoppen met hun studie drie keer zo vaak een eigen woning als alleenstaanden. Dit meldt CBS dat 143.000 vroegtijdige of afgeronde mbo-, hbo-, en wo-schoolverlaters volgde.
53 procent van de schoolverlaters woonde in hun laatste schooljaar (2012/2013) nog bij hun ouders, 33 procent huurde een huis en 7 procent was in het bezit van een eigen woning. Het percentage woningbezitters groeide een jaar later al met 2 procent naar 9. Zeven jaar na schoolverlaten bezat zelfs 49 procent een koopwoning, of was hun partner in het bezit van een huis. De eerste jaren na het schoolverlaten nam het aandeel schoolverlaters met een huurwoning toe, maar zes jaar erna nam dit weer af. Zeven jaar na het stoppen met of afronden van de opleiding had 33 procent een huurwoning. Gemiddeld had 57 procent van alle particuliere huishoudens een koopwoning en 43 procent een huurhuis.
Vast contract helpt keuze voor koophuis
Een vast contract heeft voordelen ten opzichte van flexibele contracten of zelfstandigen. Schoolverlaters met een vaste aanstelling hebben vaker zelf een koophuis, of hebben een partner die een huis heeft gekocht. Van de schoolverlaters die meteen na schoolverlaten een vast contract had, bezat 19 procent zelf of via hun partner een huis. 7 procent met een flexibel contract had een huis gekocht en 8 procent van de zelfstandigen. Alle drie de groepen woonden in 2020, zeven jaar na schoolverlaten, vaker een koopwoning. Desondanks blijft het verschil tussen mensen met een vast contract en de andere twee arbeidsmarktposities bestaan: van de werknemers met een vast contract (ruim 56 procent van alle schoolverlaters) woonde 58 procent in een koopwoning van henzelf of hun partner. Onder werknemers met een flexibel contract had 41 procent een eigen huis en 43 procent van de zelfstandig ondernemers.
Door: Nationale Onderwijsgids