De kwaliteit van de babyopvang zou onder meer versterkt moeten worden door kinderen van jongs af aan een mentor toe te wijzen en pedagogische coaches op hbo-niveau te introduceren. Ook zou er meer wetenschappelijk onderzoek gedaan moeten worden, omdat er nog geen duidelijk beeld is over babyopvang. Dat stellen oudervereniging BOinK, de Brancheorganisatie Kinderopvang en de vakbonden in hun Voorstel herijking Kwaliteitseisen Kinderopvang. Dat meldt de brancheorganisatie.
"Het is belangrijk dat een kind wordt gevolgd. Taal, motoriek, hoe het gaat met eten, maar ook hoe het kind zich gedraagt in de groep. De opvang kan het vroeg signaleren als er iets opvallends aan de hand is", legt de brancheorganisatie uit. De partijen streven naar een kwaliteitsverhoging van de sector, zonder dat de toegankelijkheid en beschikbaarheid van de kinderopvang in het geding komen. In het voorstel onderstrepen de partijen het belang van een goede opvang met kwaliteitseisen afgestemd op de leeftijd van de kinderen. Zo willen de partijen bijvoorbeeld in de buitenschoolse opvang een veilige en vertrouwde omgeving creëren voor de kinderen van vier tot zes jaar en de oudere kinderen vanaf zeven jaar juist meer vrijheid geven en zo min mogelijk beperkingen.
De partijen willen investeren in kennis van pedagogisch medewerkers. “Babyopvang is een specialisatie. Kwaliteit van medewerkers is hierbij doorslaggevend, niet de kwantiteit”, benadrukt de brancheorganisatie. Om meer rust gedurende de dag te creëren, willen de partijen een stabiliteitsblok van negen uur introduceren waarin de groep kinderen en medewerkers compleet is. Tijdens haal- en brengmomenten ontstaat er meer aandacht voor de overdracht aan ouders. De kinderopvangcentra kunnen de tijden waarop ze het stabiliteitsblok aanbieden, afstemmen op de behoefte van de ouders.
Het hele voorstel is hier te lezen.
© Nationale Onderwijsgids
Het is stuitend om te zien hoe de Brancheoreganisatie en Boink het plan van minister Asscher om de leidster-kindratio in de babyopvang te verbeteren afwijzen en vervolgens met een in stroop verpakt alternatief komen waarin zij verzwijgen dat ze het grootste probleem van de babyopvang - het tijdgebrek van de leidsters - om financiële redenen niet zullen gaan aanpakken.