Uit Leids onderzoek blijkt dat gastouderopvang in vergelijking met kinderdagverblijven gunstiger naar voren komt. Investeren in de gastouderopvang zou dan ook in het belang van kinderen zijn. De kinderen in de gastouderopvang laten gemiddeld meer welbevinden zien, de sensitiviteit van de gastouders is hoger en er is minder lawaai dan in kinderdagverblijven. Dat meldt Universiteit Leiden.
De studie is uitgevoerd bij 116 kinderen van 1,5 tot 3,5 jaar oud in 26 kinderdagverblijven en 55 gastoudergezinnen verspreid over heel Nederland. Voor het onderzoek is onderzocht hoe het welbevinden van de kinderen, de sensitiviteit van de opvoeders en de kwaliteit van de opvang is tijdens een bezoek aan de kinderdagverblijven en gastoudergezinnen. Onder het welbevinden wordt verstaan de mate waarin zij zich veilig en ontspannen voelen en genieten van de activiteiten waar zij mee bezig zijn. In het onderzoek is ook de kwaliteit van de opvang in kaart gebracht. Zo is er gekeken naar structurele kenmerken (groepsgrootte), proceskwaliteit (taalstimulering) en de kwaliteit vande fysieke omgeving (lawaai).
Gastoudergezinnen en kinderdagverblijven verschillen aanmerkelijk in groepsgrootte en de verhouding van het aantal opvoeders op het aantal kinderen. In de gastoudergezinnen waren tijdens de observaties gemiddeld bijna drie kinderen tegelijk aanwezig en één gastouder. In de kinderdagverblijven waren gemiddeld bijna elf kinderen en twee pedagogisch medewerkers aanwezig.
Uit de observatie blijkt de gastouderopvang gunstiger naar voren te komen: de kinderen laten gemiddeld meer welbevinden zien, de sensitiviteit van de gastouders is hoger en er is minder lawaai dan in kinderdagverblijven. In de kinderdagverblijven zou er geen samenhang tussen sensitiviteit en welbevinden zijn. Er blijken geen verschillen in stressniveaus te zitten bij de kinderen. De kwaliteit van de opvang blijkt wel erg belangrijk. In kinderdagverblijven met een slechtere kwaliteit blijken de kinderen meer gestresst.
© Nationale Onderwijsgids