Minister Asscher stelt dat er voor vierjarige kinderen met een beperking die een wenprogramma doorlopen in het passend onderwijs wettelijk gezien geen kinderopvangtoeslag beschikbaar is. Dit blijkt uit antwoorden van de minister op Kamervragen van Kamerlid Tjitske Siderius.
Wenprogramma’s vinden doorgaans plaats in de laatste twee maanden voorafgaand aan de vierde verjaardag van een kind voor een periode van ten hoogste vijf dagen. Pas als het kind daadwerkelijk vier wordt, wordt het ingeschreven op school en telt het mee voor de onderwijsbekostiging. Op dat moment eindigt de kinderopvangtoeslag voor dagopvang en bestaat er recht op kinderopvangtoeslag volgens de normen van buitenschoolse opvang (BSO).
Dit geldt ook voor kinderen met een beperking, aldus Asscher. Hierbij kan het geval zijn dat een kind wel onderwijs volgt maar in deeltijd. Deze kinderen worden wel geregistreerd als schoolgaand en hebben daardoor geen recht op kinderopvangtoeslag voor dagopvang. De Belastingdienst moet ook in deze situaties op grond van de wet de BSO-normen toepassen. De minister voegt hieraan toe dat gemeenten beschikken over mogelijkheden om ouders van kinderen met een beperking aanvullend tegemoet te komen.
De mening van Siderius over de belemmerende werking van het niet toekennen van kinderopvangtoeslag deelt de minister niet. Hij ziet geen problemen op dit gebied voor zowel ouders als gemeenten.
© Nationale Onderwijsgids
