Jonge kinderen van 2,5 tot 4 jaar lopen een taalachterstand fors in als ze deelnemen aan voorschoolse educatie. Het effect op hun ontwikkeling is het grootste wanneer kinderen met een taalachterstand samen in een groep zitten omdat dit zorgt voor meer focus en daarmee hogere kwaliteit. Dit blijkt uit drie onderzoeken die staatssecretaris Dekker (Onderwijs) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Kinderen met een risico op (taal)achterstand blijken zich sneller te ontwikkelen gedurende de voorschoolse periode dan kinderen zonder dit risico. Dit kan zorgen voor een halvering van de achterstand op woordenschat. Ook leren de kinderen hun aandacht langer bij een taak of activiteit te houden. Voor rekenen is geen inhaaleffect aangetoond. Voorschoolse educatie werkt beter wanneer er meer kinderen met achterstand bij elkaar zitten, dan wanneer er enkele kinderen met een achterstand in een bredere groep worden geplaatst. In een groep met meer kinderen met een achterstand lukt het beter om meer kwaliteit te leveren, om kinderen beter te ondersteunen in hun taalontwikkeling en is er een groter aanbod aan taal- en rekenactiviteiten.
De staatssecretaris pleit er voor om voorschoolse educatie enkel in te zetten voor kinderen die dit echt nodig hebben. Dekker ziet nu nog dat sommige gemeenten een bredere doelgroep hanteren, waarbij ook kinderen zonder risico op (taal)achterstand worden benaderd om deel te nemen aan voorschoolse educatie. Hij roept gemeenten dan ook op hun achterstandsmiddelen in te zetten waar het voor bedoeld is: het tegengaan van achterstanden. “Er zijn nog te veel kinderen die een valse start maken op school. Laten we er voor zorgen dat het geld om achterstanden weg te werken ook echt terecht komt bij die kinderen die er het meeste baat bij hebben”, zegt Dekker.
Volgens de onderzoekers is de kwaliteit van voorschoolse instellingen met een educatie-programma hoger dan de kwaliteit van de reguliere kinderopvang of peuterspeelzaal, maar moet de kwaliteit van voorschoolse educatie wel worden verbeterd. Dekker neemt dan ook maatregelen om de educatieve kwaliteit op te krikken. Zo moeten pedagogisch medewerkers vanaf augustus 2017 over een hogere taal- en leesvaardigheid beschikken. Tevens gaat Dekker de eisen voor bij- en nascholing aanscherpen, net als de voorwaarden voor het behalen van een certificaat voor beroepskrachten in de voorschoolse educatie. Ook legt hij vast dat de medewerkers hun vve-module op de opleiding met een voldoende moeten afronden.
© Nationale Onderwijsgids