Vanaf 2027 wil het kabinet de financiering van kinderopvang eenvoudiger maken. Hiervoor heeft de Sociaal-Economische Raad (SER) in 2021 al een advies afgegeven, dat deels door het kabinet wordt overgenomen. Werkende ouders krijgen per 2027 96 procent van het maximumtarief vergoed, ongeacht hun inkomen. Nu geldt deze hoge vergoeding alleen voor lagere inkomens. Het nieuwe plan ontzorgt ouders verder door de vergoeding rechtstreeks aan kinderopvangorganisaties te betalen, meldt de SER.
Het nieuwe systeem is een stap vooruit, maar niet voor iedereen. Voor gezinnen waarin beide ouders niet werken, verandert er niets. Zij blijven uitgesloten van de vergoeding. Dit punt stuit op kritiek, omdat het kansenongelijkheid tussen kinderen kan vergroten. De SER adviseerde in 2021 al om kinderopvang voor álle kinderen toegankelijk te maken, ongeacht de werksituatie van de ouders.
Stijgende vraag, nieuwe uitdagingen
Door de wijziging wordt een grotere vraag naar kinderopvang verwacht. Dat klinkt als goed nieuws, maar kan ook nadelen met zich meebrengen: hogere tarieven en langere wachtlijsten liggen op de loer. Bovendien kampt de kinderopvangsector al met een ernstig tekort aan personeel.
Arbeidsparticipatie
Kinderopvang speelt een sleutelrol in de ontwikkeling van kinderen en het verkleinen van achterstanden. Daarnaast maakt het ouders makkelijker om werk en zorg te combineren, wat hun arbeidsparticipatie bevordert. Toegankelijke, kwalitatieve opvang biedt dus voordelen voor zowel gezinnen als de samenleving.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky